QUIRINUS GIDEON VAN BLANKENBURG
161
Uit een aanteekening van 27 Juli 1676 blijkt, dat
Hemony een klokkenspel aanbood van 32 klokken, we
gende 8344 pond, en dat hij bereid was, op verzoek van
de Overheid, de Cis en de Dis er nog bij te gieten: ,,Ende
bij aldien haer ed: de twee halve toonen te weeten ci en
di willen bij laeten gieten voor Fl. 4600, ende soo veel
metalle als de voorsz, halve toon sullen weegen, Waer
haer ed: mij hebbe gepredenteert voor d’een Fl. 3200
ende voor dander met de twee halve toon Fl. 4200.”
8 Aug. 1676 deelde Hemony de Overheid per brief mede
dat hij, nu de Overheid bij mondelinge overeenkomst
besloten had het klokkenspel te laten maken, den uur
werkmaker Spraeckel naar Amsterdam had laten komen
om de maten van de klepels en hamers, die allereerst
gemaakt dienden te worden, van hem in ontvangst te
nemen. Verder deelde Hemony mede, op dat oogenblik
geen tijd te hebben het contract te komen teekenen, aan
gezien hij de week daarop een nieuw klokkenspel voor
Weesp moest leveren en bovendien in onderhandeling
was met de Overheid te Utrecht voor een gelijke bestel
ling; na twee weken zou hij echter komen. Tenslotte ver
zocht hij het klokkenspel in Amsterdam te laten keuren
overmits het selve bequalijcx hanght, soo niet soude de
selve doen af hangen om schoon te maeken”. 19 Aug. is
het contract in Gouda onderteekend. Hierin is nog eens
uitdrukkelijk bepaald dat Hemony zou leveren een
„accoord van 8344 ponden bij den organist Gerbrandt
Blanckenburgh alreede opgenomen bestaende in 32
doeken ende daer nevens noch twee doeken met het
voorsz. werek accordeerende sijnde halve toonen die
sullen moeten wegen veertienhonderd twintigh ende
duijsend en vijftich ponden, sijnde ’t saemen thienduijsend
achthonderd en veerthien ponden”.
19 Febr. 1677, bij het opmaken van het bestek voor de
11