QUIRINUS GIDEON VAN BLANKENBURG 162 opstelling van de klokken en de onderdeden der mecha niek, die door den uurwerkmaker Willem Spraeckel zou den worden uitgevoerd, heeft de Overheid weer den raad van anderen ingewonnen. Quirinus werd er nu buiten gehouden; men vroeg het oordeel, behalve aan Gerbrandt, aan Jan en Dirck Scholl, Apolonius Bos en Willem van Leeuwen, die tezamen met Spraeckel het bestek hebben onderteekend. Deze commissie heeft zich met het oordeel van Quirinus blijkbaar niet kunnen vereenigen, want in het bestek staat o.a. dat er 32 draden gemaakt zouden worden voor de volgende klokken: c, d, e, f, fis, g, gis, a, bes, b, c, cis, d, dis, e, f, fis, g, gis, a, bes, b, c, cis, d, dis, e, f, fis, g, gis, a. Wel staat hierboven nog een opsomming van de klok ken, waarin boven tusschen de onderste c en d, cis en dis gevoegd zijn, maar deze heele rij letters is eenvoudig doorgeschrapt: het voorstel van Quirinus werd verwor pen. Later, bij het keuren van het klokkenspel, ontdekten de heeren dat er niet 32, maar 34 klokken waren, dat Quirinus dus zijn zin toch had weten door te drijven. Verontwaardiging tegen hem steeg op uit de commissie. Het heftigst ging Dirck Scholl te keer, die de opneming van de nieuwe cis en dis klokken onvoorwaardelijk af keurde. Nieuw waren ze voor hem zeker, en daarmee misschien reeds veroordeeld. Geen der beide tonen kwam in den tijd van den conservatieven Scholl op de toetsinstrumenten voor. Dit mag vreemd klinken, een kleine uiteenzetting van de ontwikkeling van den toon omvang der toetstinstrumenten moge dit verhelderen. Bij de oude orgels en clavecymbels was het gewoonte geweest het laagste octaaf in te richten, zooals fig. 1 aan geeft. De laagste toon, die volgens onze voorstelling van het toetsenbord een E zou moeten zijn, was een C; F. G, A. B. c, d, e, enz. zijn precies eender aangebracht als

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1938 | | pagina 185