170 QUIRINUS GIDEON VAN BLANKENBURG Van Blankenburg moet dus, althans een vergissing berusten. Helaas van Schombag” tot de verloren len zijn? ik, daar door aangesteken, (niet denkende dat ik ooit van die kunst mijn beroep zoude maken) was niet spaarzaam in hem de stam van mijn boom en twee of drie takken open te leggen. Hier op heeft hij gebouwt, en zekere gronden beschreven die men nu nog noemt de Regelen van Schombag”. Het wil mij voorkomen dat Van Blankenburg, die dit op 82-jarigen leeftijd heeft ge schreven, de toedracht der zaak onjuist weergeeft; immers Lotharius Schombag of Zumbach van Koesfeld, 27 Aug. 1661 te Trier geboren en 29 Juli 1727 te Kassei gestorven, werd, nadat hij op de Jezuitenschool te Trier en Keulen onderricht had genoten in de philosofie, geneeskunde en muziek, in 1685 benoemd tot mathematicus en musicus van den Keurvorst van Trier. Pas in 1688 is hij in Leiden gekomen en in 1699 benoemd tot organist van de Pie terskerk (12). Hij was dus in geen geval in de jaren 16801683 te Leiden en natuurlijk niet organist van de Pieterskerk, wat trouwens toen Van Neck was. De mededeeling van wat den tijd betreft, op behooren de Regelen gegane documenten. Een ander eigenaardig avontuur dat hij met zijn „Schalen” beleefd heeft, beschrijft Van Blankenburg op de volgende wijze in zijn Elementa: „Nadat ik dan tot Mijne Regelen de grond had gelegt, heb ik die tot meerder volkomenheid verder aan de werken van d’uitmuntendste Auteuren getoetst en beschaafd, zo dat zij nu 58 jaren de proef hebben uitgestaan, ’k Heb ook zorg gedragen dat de voornoemde gronden niet in Meesters handen zouden vallen zo als mijne twee bovengenoemde schalen, die ik aan een Heer die na Parijs gong meegedeelt had, welke door hem aldaar aan een meester vertoond zijnde, ter stond zijn aangenomen en voor een Fransche uitvinding

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1938 | | pagina 193