g—i- r~ i
QUIRINUS GIDEON VAN BLANKENBURG
175
waarbij nog apart zouden komen:
Het geheele carillon zou dus bestaan uit 32 klokken.
Het schijnt dat de Haze zich öf niet aan deze afspraak
heeft gehouden, öf dat hij er later in overleg met de
Overheid nog een paar klokken bij heeft moeten maken,
want latere opgaven spreken van 37 en 39 klokken (zie
blz. 176).
Er werd verder bepaald dat de „oude doeken die bij
burgemeesteren sullen worden aengegeven”, door de
Haze zouden worden versmolten ten behoeve van het
nieuwe carillon. Het is niet recht duidelijk welke klokken
daarmede werden bedoeld. In de 16de eeuw had in den
toren een uurwerk met voorslag gehangen, dat echter
met klokken en al den 29sten Dec. 1539 bij blikseminslag
verbrand was. In 1541 of '42 is er een nieuw uurwerk
met voorslag en speeltrommel aangebracht.
Jansen (21) nu zegt dat de klokken hiervan als klok
spijs gebruikt zijn bij latere carillons, Smit (22) weet
echter te vertellen dat men tijdens den opstand tegen het
Spaansche bewind op last van de Admiraliteit alle klok
ken op 3 luiklokken na uit den toren heeft gehaald om er
kanonnen van te maken. In zijn geheel is dit bevel blijk-