QUIRINUS GIDEON VAN BLANKENBURG
204
BIJSCHRIFT.
DEN HEER
QUIRINUS VAN BLANKENBURG.
Met zulk een aanschijn leeft VAN BLANKENBURG,
[ervaren
dat gild;
In zang- en speel-kunde, als de Fenix van
Braveert met orgelen en cymbalen en snaren,
En heeft de konst van het Musijk in top getilt.
Die Echo kan zijn naam met lof alom trompetten,
En hem bij helden, die weergadeloos zijn, zetten.
III. Zijn werken.
Behalve als organist is Van Blankenburg nog werk
zaam geweest als componist en schrijver van muziek
theoretische werken.
Van Blankenburgs groote theoretische arbeid, die
handelt over de grondbeginselen van de muziek, is kort
voor zijn dood door Berkoske uitgegeven. Het beant
woordt maar zeer matig aan de verwachtingen die de
veel belovende titel „Elementa Musica of Nieuw licht tot
het welverstaan van de Musiec en de Bas-Continuo i).
Door Regelen, met Reden en bewijs, gebouwd op een
klare ontledinge der eerste Beginselen; Na een vooraf
gaande wederlegging van de dwalingen dezes tijds.
Waar nevens de vinding en opkomst der Konst; De
musiec der Ouden; De Redemaat der klanken; De ont
dekking van een wiskunstige cirkel, waar in de wet der
nature al de toonen verdeelt; De Stelkonst, De speeltui
gen en de grondbeginselen van de Zangkunst recht
vaardigt.
1) Onder bas-continuo wordt verstaan de baspartij, naar welke
gecomponeerd wordt ter regeling der harmonie, tot ondersteuning der
melodie en tot vasthouding van den toon.