QUIRINUS GIDEON VAN BLANKENBURG 211 „Als ik over eenige jaren een stuk musiec van mijn maaksel plag te vertoonen, dan was ’t nooit prijsbaar; het most van verre komen om goed te zijn; maar als ik in de plaats van mijn naam Blankenburg, Di Castelbianco welk ’t zelfde is) in 't Italiaansch daar boven zette dan was 't uitstekend; 't welk zo lang geduurt heeft tot ik ten laatsten het momaangezigt afdeed; maar toen begon weer d’eige historie. En zo is mij eens in ’t end van December 1725 een voorschrift van 12 noten opgegeven De uitgever heeft het „Berigt” blijkbaar zoo belangrijk gevonden, dat hij het apart uitgegeven en voor 30 stuivers verkrijgbaar heeft gesteld. Dat Van Blankenburg met zijn Clavicymbel-boek groot succes heeft gehad, blijkt niet alleen uit het feit dat er een tweede uitgave van is verschenen, maar ook uit een aankondiging in de „Boek zaal der Geleerde Waereld” van Maart 1772, blz. 341, waarin de Wed. O. van Thol en zoon adverteeren dat zij door inkoop machtig zijn geworden de laatste 20 exemplaren van „dit eenig en nuttig werk ('geen door alle Organisten en liefhebbers gebruikt word) waarvan de koperen platen vernietigd waren, en dat zij deze boe ken ongebonden aanbieden tegen 8 gulden het stuk, „zullende die 'er overig blijven, niet minder dan 2 Duca- ten te bekomen zijn”. Van zijn composities zijn waarschijnlijk de meeste ver loren gegaan (zie blz. 213), er zijn ten minste maar wei nige tot ons gekomen en de figuur van Van Blankenburg doet vermoeden dat hij ook op dit gebied veel gepresteerd heeft. Een zijner composities, zijn „Fuga Obligata”, is opge nomen op blz. 148 van zijn Elementa Musica. Quirinus deelt ons naar aanleiding daarvan op die plaats het vol gende mede:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1938 | | pagina 234