EENIGE AANTEEKENINGEN BETREFFENDE
DE OUDE TOPOGRAFIE VAN DIE HAGHE
DOOR
A. TER MEER DERVAL.
I. De Rossemolen.
Zie Inleiding Hofboeken, biz. XXII.
15
Ik meen van meening te moeten verschillen met den Heer Pabon,
waar hij in het Jaarboek voor 1936 betoogt, dat ter plaatse van het
Kon. Paleis de Rossemolen heeft gestaan. x)
De Westzijde van het Noordeinde wordt in het Hofboek van 1512
in twee gedeelten behandeld. Het eerste gedeelte begint vanaf den
tegenwoordigen Hoogewal tot de Pieter Coxstege, Zie Hofb. 1512,
blz. 309, fol. 47 vs. Deze Pieter Coxsteeg lag ongeveer in 't midden
van het Noordeinde tusschen den Hoogewal en de Molenstraat.
Op het eerste gedeelte, ongeveer ter hoogte van de tegenwoordige
Maziestraat, moet men het terrein van bedoelden molen zoeken.
Deze post luidt als volgt: „Willem Goud rentmeester van N. Hol-
lant, het erf daer nu huijsinge sijn, daer de Rossemolen pleech te
staen”, Zie Hofb. 1512, blz., fol. 47a.
Het tweede gedeelte van het Noordeinde begint vanaf, „de Pieter
Coxstege gaende naer de Molenstraet”, Zie Hofb. 1512, blz. 344,
fol. 104 vs. Ter plaatse van het Kon. Paleis luidt de post, die hier
in 2 perceelen is behandeld:
le. perceel „Willem Goud rentmeester van Noort Hollant”.
2eWillem Goud en Dirck Pellen te saemen, daer nu een
boemgaert of gemaeckt is, leggende aan de N.Z. van mijn Jonckvrouw
van Ostende haer tuijn”, Zie Hofb. 1512, blz. 345, fol. 105.
Het eerste perceel bevond zich aan de straatzijde van het Noord'
einde. Het tweede was gelegen ongeveer op de plaats van den tegen-