DE OUDE TOPOGRAFIE VAN DIE HAGHE
227
r) Verdwenen bij den bouw van het Hotel des Indes.
2) Zie Jrb. 1910, blz. 295 Morren straatnamen. De tegenwoordige
Schenkweg heette in de Middeleeuwen ook de Denneweg.
3) Zie Jrb. 1934, blz. 20, art. van den Heer Pabon „De Loozerlaan
een Bataafsche Heerweg”. Zie ook Jrb. 1925-27,
Jhr. W. A. Beelaerts van Blokland en Bijdragen
en Oudheidkunde 4e reeks, 7e deel 1909, blz. 272
is dus van oorsprong
blz. 286-88 art. van
Vad. Geschiedenis
en vlg.
4) In het bekende „Octroij” van Philips II, waarin sprake is van
de bestrating van het Noordeinde, wordt deze weg als van ouds de
groote handelsweg genoemd. Zie de Riemer deel I, blz. 83.
IV. ,,’t Zuijteijnde en de Delfwech”.
Deze weg, nu de Wagenstraat en Rijswijksche weg, was een deel
van den grooten verkeersweg, die reeds in Grafelijke tijden bestond en
langs Veenestraat, Hoogstraat, Noordeinde in de richting van Sche-
veningen, door het midden der eerste dorpsbebouwing van Haag-
ambacht liep. Hij kruiste den grooten Grafelijken weg van Haarlem
naar 's Gravenzande en liep er langs de Hoogstraat zelfs mede
samen. 4)
De Rijswijksche weg is veel ouder dan de in 1345-46 gegraven
Haagsche Vliet, daar de Grafelijke rekeningen van die jaren melding
maken van een tol, te heffen op dezen weg teneinde de kosten te
dekken van het graven van die vaart.
zijn. Zelfs in de oudste Hofboeken van 1458 en 1466 is van een
doorgang ter plaatse van het tegenwoordige Vos in Tuintje geen
sprake, terwijl het secundaire Kalkstraatje wel wordt genoemd.
Tenslotte acht ik de afleiding van den naam Denneweg, zooals
schrijver die geeft, onjuist. Hij meent, dat deze afkomstig is van duin
valleien in het Germaansch ,,dene”, waardoor deze weg liep. Integen
deel liepen in Haagambacht de beide oude Dennewegen juist door de
Veenpolders. 2)
De ontdekking van een Bataafsch-Romeinsche nederzetting ten
Z.W. van Loosduinen door den Heer Pabon, mogelijk het steeds
gezochte Lugdunum, dat op de bekende Peutinger kaart zoo duidelijk
tusschen Rijn en Maas is aangegeven, ten Z.W. van Praetorium
Agripinae, benevens de door hem ontdekte aftakking van den Rijn
weg in de richting van de Loozerlaan 3) verzwakken zelfs nog de
hypothese van een Romeinsch-Bataafschen weg ten Oosten van
Haagambacht.