3.
4.
5.
TWEE ZESTIENDE-EEUWSCHE
22
1) Simonis, L'Art du Médailleur
voor de toeschrijving.
Jo, Se, F, MDXXXI.
De kop lijkt niet bijzonder sterk op dien van nr. 1Op
de keerzijde is echter ingegrift: Praeses Everardi.
1529 is gedateerd de portretkop van
Joachimus Ringelbergius Antwerpianus.
een in 1499 in Antwerpen geboren medicus en hu
manist, die in 1528 in Mechelen en Leuven was en
in 1529 in Bourges.
Geheel zeker,' dat Janus Secundus de maker van
deze medaille was 1is men echter niet, wel is dat
het geval met die
van Lucius Brassicanus, een neolatijnsch dichter,
reeds op zijn 19de jaar bekroond. In zijn 65ste epi
gram draagt Secundus deze medaille aan zijn vriend
op. De penning is, blijkens deze verzen, van steen,
maar het exemplaar, dat bekend is, is van tin; het
omschrift luidt: (Afb. 5)
Janus Lucius Brassicanus.
in zeer kleine letters; de naam van den voorgestelde,
die in 1500 in Tübingen geboren werd, was Kol-
burger. Waar Secundus hem ontmoet heeft is onbe
kend, maar dit zal wel gelijktijdig moeten geweest
zijn met den voorgestelde op
den volgenden penning, ook in tin, nml. met den
vriend van Brassicanus, den Poolschen neolatijn-
schen dichter, den in 1485 te Dantzig geboren Janus
Flachbender, die tusschen 1530 en 1535 in de omge
ving van Karel V en zijn hof is geweest. De tinnen
penning, in het Brusselsche Penning-Kabinet, heeft
den kop met het omschrift:
en Belgique I, blz. 51 pleit sterk