DE GRENZEN VAN „DEN DORPE VAN DER 38 ons het de werf wel aan strook van twee roeden breedte vrij te houden voor een weg; een oud pad zou er bijv, geheel in kunnen vallen. Er is echter, zooals naderhand blijken zal, reden om aan te nemen, dat het hier den aanleg van een flinken, nieuwen weg gold. Hoe en waar precies de werf ten opzichte van de grens lijn en den aanstaanden weg gelegen was, n.l. ten oosten of ten westen ervan, blijkt niet nader, maar is ook van geen belang. No. 3 heeft de bijzonderheden, dat zij westwaarts loopt, dus loodrecht op 2 staat en dat zij twee roeden zuidwaarts van de werf van Wouter Louwen verwijderd blijft. De haaksche omknikking naar het westen kan in schema niet anders wijzen dan op de zuidzijde van Plein en de Lange Poten. Een waarschijnlijk geheel nieuwe weg werd ook hier ontworpen. Daar de grenslijn twee roeden zuidwaarts van een werf liep, moeten weg en werf noord van de grens gelegen hebben en dus aan de noordzijde van de Lange Poten en het westelijke einde. Terloops zij nog opgemerkt, dat de inkleeding van 2 minder duidelijk is dan van 3. Maar het woord „zuid waarts” heeft in ons schema bij de Lange Houtstraat alleen zin, wanneer het slaat op de richting en men niet leest „twee roeden zuidwaarts buiten de werf”. Boven dien zou de richting van de grenslijn dan ontbreken en daarvoor is in dit geval (ik loop hier eigenlijk op een verder deel van mijn betoog vooruit) geen zin. De toelichting bij grensstuk 4 is kariger dan wij ze bij 2 en 3 vonden. Er schijnt niet veel te verwachten van een toelichting, die niets anders inhoudt dan dat de lijn zich richt naar de zuidzijde van een boomgaard, terwijl om trent het beginpunt van de lijn menigeen het met den schrijver niet eens zal zijn. Het was mij daarom een ge-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1938 | | pagina 53