DE GRENZEN VAN „DEN DORPE VAN DER
44
-1) Hem, wien het onmogelijk is zich een zuideinde van Den Haag
anders dan als weg of straat voor te stellen, geef ik overigens nog
deze oplossing in overweging. Zuideinde mag en kan niet anders
beteekenen dan Wagenstraat, het zij zoo, maar dan heeft de opsteller
van de acte zich vergist of verschreven. Het zou de eerste maal niet
zijn, dat zoo iets voorkomt. Ik zal nog op andere trekken de aan
dacht vestigen, die m.i. op overhaaste en daardoor allicht ook op
vluchtige behandeling wijzen. Lag het misschien in de bedoeling om
het zuideinde van de Schoolstraat (Kerkstraat) te noemen?
mingstraat en Laan niet langs een „scoutwijs” gerooide
lijn op dat snijpunt, maar hoogstens tot het eind van de
Vlamingstraat. En daar het eindpunt van 5 aan te nemen,
brengt geen goede oplossing, want dan zou 5 aan het eind
van de Vlamingstraat noordwaarts in 6 moeten ombuigen
om de westgrens te vormen en door de Schoolstraat op
de Kerk toeloopen. Dat is een oplossing, die redelijker
wijze niet bevredigen kan.
Totdat wederlegging volgt, voel ik mij derhalve ge
rechtigd om het westelijke uiteinde van de Vlamingstraat
in het Zuideinde te plaatsen x).
Is dat juist, dan zou met 5 de tegenwoordige Laan be
doeld zijn. Immers, die loopt werkelijk „scoutwijs" en van
een richtingsverandering der scheilijn valt in de oorkonde
nog niets te bespeuren, behalve dat, om een boomgaard
in stand te laten, een knikje in de lijn viel.
Bij No. 6 treedt weer de eerste groote ombuiging op;
de grens gaat nu noordwaarts strekken, wat, ik zou haast
zeggen „natuurlijk”, in den tekst niet over het hoofd
wordt gezien. Opvallend is, dat er van dit stuk gezegd
wordt, dat het door een hofstede strekt, wat dus een
tegenstelling uitmaakt tot den toestand op het ontmoe
tingspunt tusschen 4 en 5.
De juiste ligging van Jan Brunens huis is niet zoo
dadelijk en ondubbelzinnig te bepalen als voor Aleids