DE GRENZEN VAN „DEN DORPE VAN DER
46
deze
er in de
geschouwd hebben! Er blijft dus geen andere mogelijk
heid over dan dat de grens ten noorden of ten zuiden van
de Molenstraat gelegen was. Noordelijk kan de grens
door het land geloopen hebben achter de erven van
woningen der Molenstraat, wanneer er reeds bebouwing
aanwezig was, bijv, ongeveer ter hoogte van de Heul-
straat.
Indien er ten zuiden van de Molenstraat een grens
aangewezen kon worden, dan moet dat een oudere grens
zijn, want uitbreiding van het dorpsgebied kan in deze
buurt alleen in noordelijke richting hebben plaats gehad.
Daar ik mij alleen heb bezig te houden met de oude
grens van 1370, kan ik er mij toe bepalen te speuren naar
een grenslijn ten zuiden van de Molenstraat.
Op de kaart (liefst een uit den laatsten tijd na de ver-
breeding van de Torenstraat) valt onmiddellijk ten zuiden
van de Molenstraat de Juffrouw Idastraat op door haar
kaarsrecht verloop. Nemen we daarom voorloopig deze
straat als den de limiet begeleidenden weg aan, dan be
hoeven we de lijn der genoemde straat naar het westen
en de Vleerstraat naar het noorden verlengd te denken
om het snijpunt van west- en noordgrens te vinden. Dan
weten we meteen, dat ter hoogte van dien hoek de grens
van de Pastoorswarande er ten westen van lag, wat
natuurlijk niet wegneemt, dat die grens op een noorde
lijker punt meer naar het oosten gelegen kan hebben.
Ter hoogte van deze door ons „scoutwijs” getrokken
lijn met de J. Idastraat als richtinggeefster komen nu in
de topografie verschillende bijzonderheden tot uitdruk
king, die men zich geneigd voelt met het bestaan van de
oude grenslijn in verband te brengen. In het westen te
beginnen merkt men de volgende verschijnselen op.
De Breedstraat bestond nog in het begin van
eeuw uit twee ongelijk breede stukken, zoodat