DE GRENZEN VAN „DEN DORPE VAN DER 50 de Hooge Nieuwstraat op blad H 5 van den Dienst van St. en V., naar dien hoek in het Noordeinde strekt. Dat huidige perceelsscheidingen geen verband behoeven te houden met die grens, bewijst het loopen van de grens door de hofstede van Claas Gerrit Doedenzoon in 1370 x). Het is misschien hier niet van onpas er voor te waar schuwen niet uitsluitend op oude kaarten af te gaan, zelfs niet, op zulke van de hand van erkend bekwame landmeters. Wie goede, moderne kaarten tot grondslag neemt, zal spoedig ervaren, dat bijv, in de 17de en 18de eeuw, zelfs de beste landmeter het zoo nauw niet neemt en de meeste kaarten dan ook meer of minder sterk mis- teekend zijn. Van de zuidzijde van het land aan het Noordeinde, dat van Gerrit Reijnautszoon placht te wezen, loopt, naar onze voorstelling, de grens verder zuidoost „toten lanen toe, die gaet oest bij der Heeren hoeve van de Canysië”. Dit zuidoost is het eenige voorbeeld van een richting, die niet naar een der vier enkelvoudige windstreken wordt betiteld. Niemand zal het er voor willen houden, dat met zuidoost een richting bedoeld wordt, die juist evenveel van O als van Z afwijkt. Er wordt ongetwijfeld mee bedoeld een richting, die tusschen die twee wind streken in ligt en van beide op duidelijke wijze afwijkt. Er wordt niets gezegd van „scoutwijze” strekking. Er kan voor onze hypothese geen andere grenslijn mogelijk x) Er zijn nog twee andere mogelijkheden om de grens te plaatsen. Vooreerst van de Juffr. Idastraat ongeveer rechtdoor naar den Kneu terdijk en den ingang van de Hooge Nieuwstraat, wat wel de een voudigste oplossing is; ten tweede langs het Noordeinde tot de Heul- straat en dan langs die straat en de zuidzijde van het Voorhout. In het laatste geval wordt in de grensomschrijving het noordwaarts loopende stuk in het Noordeinde van de hoogte van de Juffr. Ida straat af tot de Heulstraat toe gemist.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1938 | | pagina 65