DE GRENZEN VAN „DEN DORPE VAN DER
54
N.B.
12.
13.
14.
a, d, en f zijn slechts met groote
benadering, maar niet met vol
komen zekerheid te bepalen.
van Gerrit Reijnautszoon.
g. het land
h. de hoeve van de Heeren van de Canesije.
Met het bovenstaande is toch nog niet aan ieder woord
van den tekst het volle recht wedervaren. Immers het
moet den aandachtigen lezer opgevallen zijn, dat van
verschillende, ja zelfs van de meeste personen, die in de
grensomschrijving genoemd worden, meegedeeld wordt,
niet dat zij ergens wonen, grondbezit hebben, enz., maar
dat zij plachten te wonen, enz. De vraag rijst natuurlijk
op: hebben die huizen, hofsteden en stukken land geen
bewoners of eigenaars meer? En zoo ja, waarom worden
dan hun namen niet opgegeven in plaats van die der
verdwenen bewoners of eigenaars?
Beschouwen wij de grens in haar geheel (fig. 5), dan
blijkt, dat zij een weinig ingewikkeld verloop heeft en
grootendeels uit rechte stukken bestaat, die te zamen een
gebied van vrijwel rechthoekigen vorm afscheiden. Al
leen aan den N.O.hoek is door een bestaanden weg en
door het ongebroken laten van het Voorhout, een inbreuk
op dien vorm gemaakt. De geheele zuid- en de westelijke
helft van de noordgrens, blijkbaar aan geen bestaande
wegen gebonden, loopen vrijwel evenwijdig.
6a. Assendelftstraat.
6b. Vleerstraat.
6c. Breedstraat (ongeveer).
7. Noordgrens, waarin de
Juffr. Idastraat valt.
8. Hooge Nieuwstraat.
9. Voorhout.
10. Spui.
11. Wagenstraat.
Schoolstraat.
Westeinde.
Geest.
15. Noordeinde.
16. een laan.