W. MOLL. De artikelen, die in het Jaarboek voor 1938 aan de lezers worden aangeboden, houden zich voor het grootste deel bezig met de geschiedenis van onze stad vóór het einde van de 16de eeuw. Het is stellig niet gewaagd hierin een gevolg te zien van het verschijnen van de Hofboeken van ’s-Graven- hage, die in het vorige jaar door onze Vereeniging zijn uitgegeven. Want zoowel Dr. van Gelder in zijn beschouwing over twee zestiende-eeuwsche kunstenaars, welk stuk zich zoo goed aansluit bij dat over Adriaen de Vries in het vorige Jaarboek, als Dr. van Breemen in zijn beide artikelen over de oude topografie van den Haag en de Heer Ter Meer Derval bij zijn afbeelding in teekening van die Haghe omstreeks 1570, hebben van de Hofboeken een nuttig gebruik gemaakt. Mejuffrouw van Diepen, die reeds 42 jaren lang met onze Vereeniging in nauw contact heeft gestaan, publi ceert de resultaten van haar onderzoek over de geschie denis van twee merkwaardige, oude huizen; de Heer Balfoort tenslotte vestigt de aandacht op een weinig ge itenden maar hoogst verdienstelijken Hagenaar. De gewone rubrieken zijn wederom opgenomen; de straatnamen vroegen, evenals het vorige jaar, opmerke lijk weinig plaats. De illustraties zijn ook nu groot in aantal. Tegenover den titel is een afbeelding geplaatst van de nieuwe markt aan de Herman Costerstraat, naar een op den dag der opening, 16 Mei 1938, gemaakte foto.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1938 | | pagina 6