(b)
HAGHE” IN DE OORKONDE VAN 1370
55
(a)
Martijn Gerrit Dierszoon
Wouter Louwen
Aleid Ver Avendochter
Jan Brunen
Claas Gerrit Doedenzoon
Claas van der Meer
Gerrit Reinautszoon
Het valt nu onmiddellijk in het oog, dat van alle afzon
derlijke personen (de heeren van de Canesije komen bij
deze kwestie natuurlijk niet in aanmerking) zij, die ge
noemd worden bij de grensstukken 4 en hooger niet meer
in leven of oogenschijnlijk, zonder opvolger gesteld te
hebben, verdwenen zijn, terwijl bij 2 en 3 van zoo iets
niet blijkt. Dat vindt zijn eenvoudigste verklaring hierin,
geloof ik, dat de oorkonde uit twee niet gelijkwaardige
stukken bestaat, nl. een grooter gedeelte, dat betrekking
heeft op de nummers 4 tot 9 en een kleiner gedeelte, waar
toe 2 en 3 behooren. Toen de grafelijke klerk in 1370 zich
zette om het stuk op te stellen, had hij, zoo stel ik mij voor,
voor 49 de beschikking over een ouder ontwerp, dat
reeds op een grensafbakening betrekking had; het ge
deelte belangende 2 en 3 moest er toen echter nieuw aan
toegevoegd worden. Met andere woorden: er zal een
ouder plan voor grensafbakening zijn geweest, waarin
Langzamerhand zal het wel tot den belangstellenden
lezer doorgedrongen zijn, dat er geen woord of uitdruk
king in de grensomschrijving voorkomt, die geen zeer
bepaalde reden van bestaan heeft. Het gebruik van den
verleden tijd in plaats van den tegenwoordigen mag daar
om zonder meer niet aan willekeur of slordigheid toege
schreven worden.
Ziehier afzonderlijk naast elkaar gezet de namen van
blijkbaar nog levende (a) en van verdwenen perso
nen (b).