VOOR DE HERVORMING 63 De naam Benoordenhout spreekt voor zichzelf. Denne- weg daarentegen is dubbelzinnig, omdat er een Denneweg in het Zuidveen bestaan heeft, nl. de latere Schenkweg en een andere noordelijker in Haagambacht lag, nl. de thans nog gedeeltelijk dien naam dragende straat. Daar in een door mij opgemaakt, maar hier niet bijgevoegd, staatje van erfhuurders slechts eenmaal van den Denne weg sprake is, en dat voor een persoon, die niet recht streeks in het handvest genoemd wordt, is het van geen belang hier op de juiste plaatsbepaling nader in te gaan. Een paar maal in 1350 komen personen op dat staatje voor als achterstallige betalers in verband met eigen dommen in Haagambacht van Daniel van Roderijs, een der verbannen of voortvluchtige edelen uit dien bewogen tijd, het begin van de Hoeksche en Kabeljauwsche twis ten. Omtrent de ligging van deze gronden weet ik op het oogenblik niets naders mee te deelen. Van de in den aanhef genoemde personen Nos. 1'7 komen Wouter Louwen (No. 2) en de namen Aleid en Ave in de verbinding Aleid ver Avendr. (No. 3) niet in de rekeningen voor. Martijn Gerrit Diersz. (No. 1) verschijnt voor het eerst in 1363, terwijl een Gerrit Diersz. in 1334 voorkomt. Naast Martijn komen in 1363 nog voor Jan Gerrit Diersz. en Gerrit Doede Gerrit Diersz. Een Jan Brunen of Bruinsz (No. 4) wordt in verschil lende rekeningen vermeld. Ik wil er slechts de aandacht op vestigen, dat in 1351 twee weduwen van Jan Bruynsz als erfhuursters te boek staan en dat in 1363 naast een Jan Bruynsz nog kinderen van een Jan Bruynsz vermeld worden. Eenige gevolgtrekking aangaande de vraag, welke Jan Brunen met die van het handvest zou kunnen overeenstemmen, laat zich niet maken. Meer houvast geeft Claas Gerrit Doedenzoon No. 5)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1938 | | pagina 78