DER PORTUGEESCHE ISRAËLIETEN
93
BIJLAGE 3
ten comptoire van den voorn, off anderen inder tijdt weesende
Rentm:generaal van Noortholland thien schellijngen van twee
grooten vlaams den schelling vrij geldt, ende ijmandt genoemt,
op wiens name de voorn, recognitie van tijdt tot tijdt werde gestelt
welke recognitie de voorn, natie niet langer als drij jaren sal mogen
laten verloopen, op poene van daernaer voor altijdt dubbele Recog
nitie te sullen moeten betalen waer van de voorn: rentm: in ontfanck
sijner reekeninge heeft te verantwoorden, daer des behoort. Gedaen
ten Bureele van de Camere vande Reekeningen inden Hage den 21 en
Januarij 1694.
Not. Archief No 759
Op huijden den 26 Maart 1710 compareerden voor mij Samuel
Favon Nots. public bij den Hove van Hollandt geadmitteert in 's Gra-
venhage residerende present de getuijgen ondergent. de Heeren Jacob
Hiskia Machado, Parnas president mitsgs. Manuel Levy Duarte en
Isacq Pareyra Cotino als gelastigdens van de Joodsche Portugeesche
natie ter eenre ende Abraham Boas, Parnas president van den Jood
sche Hoogduijtsche natie en door deselve natie geauthoriseert ter
andere zijde, alle wonende alhier in den Hage te kennen gevende sij
Comp.ten. dat sij met den anderen tot het termineren van de proces
sen en differenten, die tusschen de voorsz. Joodsche Portugeesche
en Joodsche Hoogduijtsche natie sijn ofte mogten wesen, waren over
eengekomen ende veraccordeert op de conditiën en manieren hier
naevolgende.
Eerstelijck dat het Kerckhoff van de gemeentens van de Comp.ten
namentl. die van de portugeesche Joodsche en die van de Hoogduijt
sche Joodsche natie, gelegen aen de Oostzijde van de Scheveningsche
wegh alhier, met eene goede en suffisante houte heijningh op ge-
meene kosten sal werden en blijven gesepareert in twee egale deelen,
sullende die van de joodsche Portugeesche natie hebben die portie
ofte dat deel van die zijde, waarop alreets de Lijcken van hare natie
sijn begraven, met alle 't geene dat daeraen dependeert, sullende die
van de joodsche portugeesche natie laten aen die van de Hoogduit-
sche Joodsche natie ten allen tijden als sij sulx sullen van noode
hebben, de diensten van 't huijs op 't voors. Kerckhoff staende, son-
der daervoor yetwes van onderhout als anders te sullen ofte mogen
pretenderen.