DER PORTUGEESCHE ISRAËLIETEN
105
BIJLAGE 13b
Notulen van de Weth.
Den 28-VII-1719
BIJLAGE 14
Onleesbaar.
van Bet jacob
derde part uijt de
Nog heeft de Hr. van Ruijve gerapporteert datter tusschen de twee
synagogen van de portugeesse joodse natie, de eene genaamd Bet
jacob en de andere Honendaal, verschillen waaren geresen over het
genot van de halve stuijver dewelke van ieder pond vlees voor de
arme van de voorn, natie werd betaalt, ende dat de Heeren Schout
en burgemeesteren door hare intercessien de voorn, differente wel
hadden getragt in der minne bij te leggen en te accorderen, dog alles
te vergeefs, sustineerende die van Honendaal dat sij meerder als die
van Beth jacob, om dat sij meerder quamen te contribueren, uijt de
voorn, penningen moesten trekken, ende die van Beth jacob daaren-
tegens bewerende, dat sij allenelijk tot de voorn, penningen, als alleen
als het representatijf van de voorn, natie met secuvan die
van Honendaal moetende geconsidereerd werden, waren geregtigt;
waarop gedelibereert, ende in agtinge genomen sijnde, dat meer
als eene synagoge van de joodse portugeesche natie niet anders als
broeljeries en verschillen kan veroorsaken, is goedgevonden en ge-
resolveert, de Heeren Schout en burgemeesteren te versoeken gelijk
haar Ed.Agtb. versogt werden bij dese, omme de voorn, intercessien
tot vereeniginge van de voorn, partijen als nog te reïtereeren, ende,
bijaldien sulks niet moge succederen, dat alsdan die
twee derde parten, en die van Honendaal een
voorn, penningen sullen comen te profiteren.
Appointementen, 12-X-1726
Schout en Burgemen. van 's Gravenhage gesien en geexamineert
hebbende de Reqte. bij ofte van wegen soo die van tegenwoordige
Regeerende, als die van laast afgegaane Kerkenraad van de Portu
geesche joodsche synagoge alhier, genaamd Honnendal aan haar
Ed.Agtb. gepresenteerd te kennen gevende dat soo lange de voorsz.