TEGENOVER DE LEPROZEN 128 1) 2) 3) 4) 5) 6) ld. sub 94. Kreupelen. Bijlage I, Personalia, sub 89. Id. sub 91. Id. sub 90. Id. sub 77. het Lammeken in ’t Groen is verbonden geweest. Na den dood van Maria, omstreeks 1592, bleef hij, hoewel niet tot de erfgenamen behoorend, het goed tot aan zijn eigen dood, in 1598, beheeren; d.w.z. dat het aan Pieter Gijsbrechtsz,, bijgenaamd „den crepelen2) buyrman”, was verhuurd. Toen ook van Teylingen was overleden, verkochten het de erfgenamen, afstammelingen van een zuster van Maria’s moeder; tegelijkertijd verkochten zij de terreinen in den omtrek, die aan Maria Beuckelaers hadden toebehoord. Verkrijger was diezelfde Pieter Gijsbrechtsz., die als huurder op het Lammeken in 't Groen al gevestigd was. Nog verscheidene jaren bleef hij er wonen, waarschijnlijk tot 1617, toen de magistraat het onteigende, omdat de Z.O. Buitensingel er dwars doorheen moest worden gegraven. Ook verder Zuidelijk lag nog een reeks tuinen. Van aanzien waren zij minder brillant, omdat de kade hier niet was verlegd en ze derhalve slechts half zoo diep waren als die van Persyn en Beuckelaer. Die, welke grensde aan het Lammeken in ’t Groen, was door de weduwe van Beuckelaers vermoedelijken zwager Franck Huygens3), aan een nichtje van haar man, Marietgen van der Goes 4), dochter van Hendrik van der Goes en Anna Huygendr. van der Velde, verkocht, of liever aan haar echtgenoot Jacob Adriaensz. van der Burcht, laken- kooper en Burgemeester van Den Haag 5). Nog verder Zuidelijk had, onder meer, de Haagsche schepen Wijnand Schol e) zich een tuin aangeschaft en dezen weer ver-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1939 | | pagina 144