TEGENOVER DE LEPROZEN
132
en de Magistraat
dit contract. Die
schen de Rekenkamer en de Magistraat en anderzijds
voor de uitvoering van dit contract. Die van 1597 gaat
verder; het is een voor-ontwerp voor de uitbreiding van
het zonder twijfel op dat moment al totstandgekomen
grachtencomplex met de Hooigracht en de Nassau-
kade opnieuw twee onderdeelen van de latere singel-
gracht; hierbij is de Nassaukade gedacht als doorloopend
tot op de hoogte van de huidige Parkstraat, waarna zij
stadwaarts omzwenken zou en eindigen even vóór het
Voorhout.
Uit deze laatste kaart blijkt echter tevens, dat het ont
werp van 1593 een tweetal wijzigingen heeft ondergaan:
het oorspronkelijke tracé kruiste, wanneer men uit de
richting van den Nieuwen Uitleg kwam, het Korte Voor
hout en maakte eerst dan de dubbele bocht, die tot de
Prinsessegracht zou aanleiding geven; en de Fluweelen
Burgwal bevatte een paar scherpe krommingen, die uit
het definitieve tracé volkomen verdwenen zijn.
De op het gemeente-archief aanwezige en in de
Zeven Eeuwen” van Dr. van Gelder gereproduceerde
kaart van ’s-Gravenhage, die van 1597 of 1598
dateert en geteekend is door de Gheyn, doet duidelijk
het tracé onderkennen. Men ziet de Ammunitiehaven
(met, in den aanvang, het merkwaardige bochtje, waar
van de oorsprong op blz. 9 is geschetst), de Nieuwe
Haven en een amorce van den Fluweelen Burgwal; ver
volgens moet men, over den rand van de kaart heen, het
vervolg van den Fluweelen Burgwal, de Heerengracht
en de Prinsessegracht erbij denken; en tenslotte ziet men
het dwarsstuk van den Nieuwen Uitleg en den Nieuwen
Uitleg zelf (toen de Zandvaart geheeten) er weer uit
te voorschijn komen.
Dat het als ,,de Nieuwe Vaart” bekende complex in