TEGENOVER DE LEPROZEN
133
Blijkens de acte was men trouwens begin 1594 al van plan,
het werk „van dit jegenwoordich saisoen noch byden hant te nemen”
(Bijlage IV op blz. 95; ook blz. 97).
2) Zie Bijlage I, Personalia sub 111.
3) Smit, loc. cit., blz. 203.
4) Zie o.m. R. A„ Generale Index op Resolutiën van Holland,
1591/99, in voce „Geestelijke Goederen”, 27 Mei en 28 Oct. 1595.
B) Zie over hen Bijlage I, Personalia, resp. sub 86, 77, 87, 85,
114, 115 en 112.
8) Transp. Reg. 5, no. 917 (2 Juli 1597). Zie ook no. 705 (13
1597 al voltooid was1blijkt ook uit de Transportregisters.
Tot dusver kwam, als belending, de vaarsloot van het
Klooster in de transporten niet voor. Dit spreekt vanzelf:
ze liep dwars door een aan het Klooster toebehoorend
stuk weidegrond heen. Nu, echter, was de toestand ge
wijzigd. De Kloosterterreinen behoorden sinds 1573 aan
de Staten van Holland. Op 12 April van dat jaar was
Jhr. Adriaan van Swieten voor Den Haag en om
streken bijgestaan door Cornelis van der Wolff2)
aangesteld als tresorier en rentmeester-generaal, o.m.
„over den geannoteerden ende aengeholden goeden
veeler verloopen conventen, cloosteren, kercken ende
collegiën” 3). In 1595 verkocht men uit4). Mr. Dirck
Schout, Wijnand Schol, in 1597 schepen van Den Haag,
Dirk Muyser, voerman (is transportondernemer) op het
Voorhout, waar zich het Leidsche Wagenveer bevond,
Leendert van Calcker, affuitmaker, Leendert Mackroock,
biervoerder, Maarten Jongen, voerman, Jacob Meeuss.,
timmerman (is bouwondernemer) 5), deze allen verwier
ven, als grondspeculanten, een deel van de aan den man
gebrachte terreinen. Het spreekt vanzelf, dat de verdee-
ling nu ook wijziging onderging en dat de vaarsloot
samen kwam te vallen met zekere perceelscheidingen.
Reeds aanstonds, echter, heet ze dan „de Nieuwe
Vaart”6), precies als op de ontwerp kaart van Floris