OVER HET EERSTE HAAGSCH GYMNASIUM
7
13 Sept. 1838 berichtte nu de Raad aan Curatoren van
de Latijnsche school, dat deze was opgeheven, terwijl de
Raad reeds 7 Sept, tot Curatoren van het nieuwe Gymna
sium had benoemd 3 curatoren van de Latijnsche school,
nl. de heeren v. Royen, F. J. van Maanen, Jhr. Diert van
Melisant en twee leden van de commissie van toezicht
op de Middelbare School, nl. Jhr. Mr. J. C. de Jonge en
Mr. J. Pols.
Reeds 19 Sept, zenden Curatoren aan den Raad de
voordracht van rector en leeraren: en 8 Oct. 1838 werd
de nieuwe school geopend met 72 leerlingen, verdeeld
over 6 klassen wat betreft afdeeling I, over 4 klassen van
afdeeling II.
Hoe menschelijk en begrijpelijk is het dat rector Bax
reeds 12 Nov. ’38 aan Curatoren bericht: „het program
ma schijnt volkomen te worden bereikt; in alle opzichten
komt mij de zaak deugdelijk voor!”
Dat men inderdaad met uitzonderlijken spoed gehan
deld heeft, beseft men eerst recht, indien men bedenkt
dat de oprichting van het nieuwe Gymnasium in strijd
kwam met het K.B. van 2 Aug. '15, dat van geen splitsing
in 2 afdeelingen wist; daarom heeft men uitgelokt een
nieuw K.B. van 4 Sept. 1838, waarvan de inhoud bekend
is. Ten slotte heeft een K.B. van Sept. 1846 de vestiging
van Gymnasia in den geest als hier was opgericht, ge
wettigd.
Hetgeen hier als proef was tot stand gekomen, heb
ben andere gemeenten nagevolgd. De oprichting van het
Haagsch Gymnasium beteekende dus meer dan een locaal
belang: de uitbreiding van de leerstof der oude Latijnsche
school heeft er ongemeen toe bijgedragen de studie der
Oudheid als traditioneel opvoedings-element in het land
te handhaven; deze hervorming heeft het Gymnasiaal on
derwijs van de Latijnsche school uit zijn isolement, als uit