3) TEGENOVER DE LEPROZEN 135 112. 108. 109. 110. x) 2) 4) B) 6) teren aan een maximum van 200. van Baljuw, Burgemees- Zie Bijlage I, Personalia sub 68 en 111. Personalia, sub Personalia, sub Personalia, sub Personalia, sub Gem. Arch. Protocollen van Notulen (en Schepenen) 1608/1794 no. 76. In Die Haghe van 1932, der Wolff1), die in handen van den timmerman of bouwondernemer Jacob Meeuss.2) was overgegaan en waar nu vier huizen waren gezet (of binnenkort zouden worden gezet) niet meerekent, dan was in 1607 de eerste dier tuinen in handen van Hendrik Aartsz. Doedijns 3): het was de Noordelijke helft van den grooten tuin van Claes Persyn en een strook ervan reikte, langs de huizen van Jacob Meeuss. heen, tot aan de kade van de Am- munitiehaven. Doedijns, nu, kwam in dat jaar met de Magistraat overeen, dat recht tegenover de oeverkade van het Spui (die nu ook tot de Ammunitiehaven was doorgetrokken) een door de karossen berijdbare brug zou komen te liggen. Na dit bereikt te hebben, deed hij zijn tuin over aan Jhr. Arend Gout 4met alle rechten en verplichtingen, die eraan kleefden. Gout verkocht hem in 1612 onder dezelfde condities aan Mr. Jacob van Dijck, Ambassadeur van den Koning van Zweden5). Een langdurig proces kwam hieruit voort. Van Dijck, toch, hield vol, noch de koopsom noch de rente daarop verschuldigd te zijn, zoolang de conditie, volgens welke door de Magistraat over de gracht een brug zou worden geslagen, niet zou zijn vervuld. Ze werd nimmer vervuld. De belofte aan Doedijns, toch, werd in 1615 vervangen door een vergunning aan van Dijck, om op zijn eigen kosten een brug aan te leggen, in welke kosten de Magistraat tot een maximum van 200.— bijdragen zou.6).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1939 | | pagina 151