TEGENOVER DE LEPROZEN
137
een hekje
de Coman Willemslaan gelegen
huis gezet, dat men „de Pinxter-
dat, gaandeweg, aan de laan zelve
volkomen door
sneed
aan de
reeds sinds omstreeks 1595 bestaande Prinsessegracht.
Van Dijck’s huis en tuin, t.w. het oude bezit van Persyn,
kwam hiermee tusschen de Ammunitiehaven en den Z.O.
Buitensingel te liggen en maakte nu deel uit van het dorp;
dit in tegenstelling met wat Hugo de Groot er in 1616
nog van had kunnen zeggen:
Hier, waar ’t dorp ’s-Gravenhage ’t met zijn grachten
Wint van menige stad, maar dan ter plaatse
Waar ’t nog nauw van het veld is onderscheiden,
Staat, voor d’eeuwigheid opgericht, een woning,
Trotsch en groot, maar toch kleiner dan haar bouwheer1
Bracht het graven van den Z.O. Buitensingel den tuin
van Persyn binnen het dorp, die van Claes Beuckelaer,
het Lammeken in ’t Groen, werd er
vernietigd. De Magistraat had hem verworven en
er nu, door het graven van de singelgracht,
Noordzij een strook van af. Het perceel, dat eveneens
aan Beuckelaer had toebehoord en aan de overzij van
de Ka, tusschen het laantje en de oude voortzetting van
de Coman Willemslaan was gelegen, was al in 1613 in
vijf tuinen verkaveld. Klaarblijkelijk wisten de groote
heeren, die deze tuinen verwierven, dat ze aan den
singel zouden komen te grenzen, wat de ligging ervan
bijzonder aantrekkelijk deed zijn. Aan den singelkant
liep er (ook al vóór de singel gegraven was) een privé
pad voor langs2), zoowel aan de zijde van het laantje
als aan die van de Coman Willemslaan met
afgesloten. In den aan
hoektuin werd een
blom” noemde en
x) Metrisch vertaald uit Poëmata Collecta, 1617, blz. 377.
2) Diverse transportacten en kaart van Jacob Floriss. van 1617.