TEGENOVER DE LEPROZEN
145
IV
V
Vila
IXa t/m IXc
IXa
IXb en IXc
Xa t/m Xc
11 Maart 1477
10
van Machtelt, Pieter Jans-
van Jan Jansz. opt Spoye
en 139). In erf-
Villa en
b. Tegen 1490 in handen van het Klooster „III
stucken duergaens tot in de vaert, tsamen hou
denden IIJ4 mg.” (Hb. 1458/90 blz. 19).
a. 15 Juli 1488 Bartholomeus Clais’ zoon (15) aan
Zyvaert Jacobs zoon (16) (reg. 101). Zie echter
sub b. De koop is blijkbaar nietig tengevolge van
de schuldpositie van den verkooper.
b. 21 Augustus 1488 aan Clais van Warre (17)
ten behoeve van Coenrait Zegers zoon, in minde
ring van de schuld, die Bertolmees Claes' zoon
(15), de gebruiker, aan dezen heeft (reg. 102).
15 Juli (reg. 101, bel.) en 21 Augustus 1488 (reg.
102, bel.) in handen van Jan Jan Pouwels 18).
28 September 1510 het Klooster aan Dirck Wou
ters zoon, barbier (19) (reg. 138
pacht.
VUIb Tegen 1490 in handen
zoons weduwe (20), VI hont (Hb. 1458/90 blz.
19).
8 Juni 1488 in handen van Willem Jansz. en Wou
ter Dircxz. (21) (reg. 100, bel.). Als huurders?
Hieronder (IXb en IXc) wordt nog als eigenaar
aangegeven dezelfde Jan Jansz., die ook in 1466
eigenaar was. Of staat Willem Jansz. voor Jan
Jansz.?
Tegen 1490 in 3 tuintjes gesplitst, elk van 33 roe
en 4 voet, samen dus 1 hond; bezitters resp. Jacob
Hey (22), Wouter Dircxz (21) en Jacob Hey (Hb.
1458/90 blz. 19).
Tegen 1490 in handen
(7) (Ibid.).
a. 4 Februari (reg. 73, bel.) en
(reg. 74, bel.) in handen van Pieter Willemsz.,
backer (23).
b. 8 Juni 1488 Willem Gijsbrechtsz. Goen (24)
aan het Klooster, waarvoor optreedt Heer Ludolf
Bernards zoon (25) (reg. 100).