TEGENOVER DE LEPROZEN
146
Xia t/m XIV
Xlfe en XIV
XIc
Xla.XIIenXIII
Xla Zuid
Claes Dirck Josephs kinde-
11 Maart 1477 in handen
(26) (reg. 74, bel.).
c. Tegen 1490 ten name van Jacob Dircxz., pries
ter (Hb. 1458/90 blz. 19), die klaarblijkelijk op
treedt voor het Klooster.
van Dirck Josephs kinderen?
Zie Personalia sub 4. Eén van
ren, eigenaren in 1466
Zie Personalia sub 21. Ook één
van Bruyn Aelbrechtsz.
a. Tegen 1490 (op zijn laatst begin 1488) in han
den van Jacob Pouwels zoon (30), I hont (Hb.
1458/90 blz. 19).
b. 8 Juni 1488 in handen van Bael, Pouwelszoon's
weduwe (reg. 100, bel.).
c. 20 December 1508 in handen van Jan Bruynsz.
(31) (reg. 136, bel.).
4 Februari 1477 in handen van Jacob Dirck Backers
zoon*) (reg. 73). Hij verkoopt er op dien datum
de O. perceelen van (XI6, XIc en XIV) en houdt
alleen de W. (Xia, XII en XIII), die aan de
W.-zijde van de toen nog niet verlegde polderkade
zijn gelegen.
a. 4 Februari 1477 Jacob Dirck Backers zoon (4)
aan Heynrick Jans zoon (27) (reg. 73).
b. 11 Maart 1477 Heynrick Jans zoon (27) aan
het Klooster (reg. 74). In erfpacht. Ook in 1488
(reg. 100, bel.) en tegen 1490 (Hb. 1458/90 blz.
19: „die Susteren opt Spoye dat binnenlant, II mg.
IV h.”) in handen van het Klooster.
Terwijl 4 Februari 1477 Jacob Dirck Backers zoon
(4) dit perceel nog houdt, verkoopt 2 Juni 1477
Wouter Dircx zoon**) het N. vierendeel aan
Claes Dammesz. (28); het Z. deel (of een stuk
daarvan?) is dan in handen van Jan Nachtegaal
(29) (reg. 77).