TEGENOVER DE LEPROZEN
147
Xla Noord
XII
Danel Andriesz.
Xlfe Zuid
Xlb Noord
XIII
XIV
der Spoye
b. Personalia.
Tegen 1490 in handen van
„upte vaert", „een tuyngen”, groot 38
Tegen 1490 in handen van
(37) I hont (Hb. ibid.).
a. Tegen 1490 in handen van
(33), een J/J hont (Hb. ibid.).
b. 20 December 1508 in handen
Janszoen (34) (reg. 136, bel.).
Truye Backers (38)
roe (ibid.).
a.
den van Clais de Cock (35), 42
b. 8 Juni 1488 in handen van
Bruynsz.’s weduwe (36) (reg. 100, bel.).
Volgen „die husen ande oestsijde van
ende erve” (Hb. 1458/90 blz. 20).
Tegen 1490 (op zijn laatst begin 1488) in han-
roe (Hb. ibid.)*)
Bartholomeus
(11) Geryt Locksnoer. De Hb. noemen Gerijt Locsnoer als be
zitter van „een tuyn" in „de Hoeve” (zie onder Truye Backers,
Personalia sub 38). Hij woont op het Spui, O.-zijde (Hb. 1458/90
blz. 22, Hb. 1466 blz. 269).
a. Tegen 1490 in handen van Jacob Dircx zoon
(32), een hont (Hb. Ibid.).
b. 20 December 1508 in handen van het Klooster,
dat in erfpacht geeft aan Trijn Alleman (reg. 136).
Tegen 1490 in handen van Wouter Dircxz. (21)
„opte vaert” (d.w.z. aan de in 1483 door het Kloos
ter gegraven vaarsloot), 38 roe (Hb. ibid.).
van Louwars
Of is deze slechts „bruiker”? In 1477 Aelbrecht Bruynsz.
(zie boven), in 1488 de weduwe van diens zoon Bartholomeus
Bruynsz. (sub b). Hoe komt Clais de Cock er dan tusschen in?
(10) Zusterconvent te Rodenburch. Het convent van Onze
Lieve Vrouw in Jerusalem t Sinte Margriete op Rodenburch buiten
Leyden (reg. 109).
Floris Symons zoon