TEGENOVER DE LEPROZEN 149 (19) Dirck Wouters zoon, barbier. Zoon van Wouter Dircxz. (hieronder sub 21). Wordt genoemd Meester Dirck Woutersz., zal dus tenminste chirurgijn zijn geweest. Draagt den eigennaam Wagenaer (reg. 169). Bezit „een breet huys”, dat ook zijn vader heeft toebehoord (Hb. 1658/90 blz. 112/13) op den hoek van de Spuistraat N., bij de Kapelsbrug, en nog twee aangrenzende per- ceelen (Hb. 1512 blz. 332/33). Al te goed schijnt hij niet te hebben geboerd; in 1525, althans, wordt het onderwerpelijke perceel (Vila) gerechtelijk aangeslagen (zie onder C). 122), terwijl uit den boedel 8 hont, in de streek van het Hofland gelegen, aan Clais van Warre wordt toebedeeld (blz. 5). (20) Machtelt, Pieter Jansz.'s weduwe. (Over Pieter Jansz. zie Personalia sub 6). Zij heet Machteld Jansdr. (Acte van 4 Dec. 1472 in Weeskamer-archief, Leiden). Klaarblijkelijk erft zij kort voor 1468 (transport in dat jaar) de helft van de goederen van haar man, terwijl diens 5 kinderen de andere helft erven (Hb. 1458/90 blz. 60, 95 en 118). Zoo de helft van het woonhuis in de Veene- straat, waar zij „mit hoir kint" nog eenigen tijd woont (blz. 118). In 1469 verhuist zij dan naar de Kerkstraat (later Schoolstraat), waar zij buurvrouw is van Clemeyns Jan Jansz.’s weduwe (blz. 85). Een schoonzuster? Clemeyns Gerijtsdochter, Adriaen Jansz.’s weduwe, neemt in Februari 1480 een paar perceelen over, die Cornelis van zijn vader Pieter Jansz. geërfd heeft en wel tegen kwijtschelding van door hem (bij zijn tante?) gemaakte schulden (blz. 28 en 30). Het heeft er veel van, dat het hier dezelfde Clementia betreft. Er heeft dan een naamsverwarring tusschen Jan Jansz. en Adriaen Jansz. plaatsgehad. Mede erft Machteld de helft van den tuin in de Vlamingstraat (blz. 95). Aan de Coman Willemslaan erft zij 3 perceelen van 4 hond, het vierde van 6 hond komt aan Cornelis (blz. 27 en 28); één van de 3 echter gaat in 1481 op Pieter over (blz. 27). Ook dat aan den Denneweg aan Cornelis (blz. 30). Dat in de buurt van de Pastoorswarande erft (18) Jan Jan Pouwels. Bewoont een „huus ende hofstede”, met een terrein van 3 hond, heel aan het uiteinde van het Spui O., dus dicht bij het onderwerpelijke terreincomplex. Neemt 1485 van zijn buurman Bruyn Aelbrechtsz. (Personalia sub 26) nog een vijver over. Het andere aangrenzende terrein hoort Jan van Warre (hier boven sub 17) (Hb. 1458/90 blz. 20, Hb. 1466 blz. 268). In 1512 houdt Betgen, Jan Pouwelszoens weduwe, een perceel Spui O., verder stadwaarts in (Hb. 1512 blz. 291).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1939 | | pagina 165