TEGENOVER DE LEPROZEN
157
6.
Illfe
17 September 1532 in handen van het Leprooshuis
(LPH 1, f° XXXVII v’, bel.). Op 21 November
1542 neemt dit er hypotheek op van Jacob Janss.,
wantsnijder (56) (Transp. reg. 1, 330). Blijft,
c. 9 October 1521 aan Jacob Michiels zoon (44)
(reg. 167; ook reg. 168).
d. 1525 aan Jan Phillipsz. (47) en 14 dagen later
door dezen aan Mees Francken (reg. 167).
a. 28 September 1510 aan Dirck Wouters zoon,
barbier (19) (reg. 138; ook reg. 139; al vermeld
onder B, Vila).
b. 26 April 1525 gerechtelijk aangeslagen en door
het Klooster weer ingekocht (reg. 169).
c. 13 Juli 1525 aan Jacob Michiels zoon (44) (reg.
170). Deze had klaarblijkelijk op dat moment per
ceel 4 doorgegeven aan Jan Phillipsz. (47) (zie 4,
d. ).
d. 5 September 1528 door het Klooster aan Jacob
Heynricx zoon (48) (reg. 172; ook reg. 174). Het
perceel was dus (wegens wanpraestatie?) opnieuw
tot het Klooster teruggekeerd.
e. 5 December 1528 aan Jan Willems zoon, pries
ter (52) (reg. 176).
f. Blijkens dorsale aanteekening op de acte (reg.
176) nadien overgegaan, eerst op Jacob Ariaens
zoon, houtkooper (53), daarna op Aertge Jans
zoon, vischkooper (54), en tenslotte op Michiel
Jacobs zoon (55).
5. a. 2 Mei 1517 aan Jacob Heynricx zoon (48) (reg.
149). Behoorde, blijkens een aanteekening, vroeger
tot het land van Dire Aef (Personalia sub 5 en
sub 14).
b. In een tijd, vallend vóór 4 Mei 1553, in han
den, voor de helft van Neel van Stapele (49),
voor de helft van Adriaen Jacobs zoon (50) (reg.
198).
c. 4 Mei 1553 in handen, voor de helft van An-
thonis van Stapele (51), voor de helft van Adriaen
Jacobs zoon (50) (reg. 198).