TEGENOVER DE LEPROZEN
158
Vllb
Villa en VUIb
IXa
a.
IXfe en IXc
Xa
Xb en Xc
Xa en Xb
samen met de tuinen sub Ha alsmede sub 1 en 2,
tot het eind van deze periode in handen van het
Leprooshuis.
Hofboek 1512: „Dye Susteren upte Spoye drie
sticken doergaens tot dye vaert toe, houdende IIJ^
mg.”. De perceelen 1 t/m 6 zijn geheel of grooten-
deels hierbij inbegrepen.
Hofboek 1512: „Dye kinderen van Phillips van
Noerden” (57).
a. Hofboek 1512: „Willem Janzoen (58) upt Spoye,
V h.”.
b. Moeten ongeveer tegelijk met IXa aan Mr. Claes
Beuckelaer (59) zijn overgegaan.
Hofboek 1512: in handen van het Klooster.
„Bouwen Symonzoen (62) ende behoert de Pater
upte Spoye ende is een tuyn ende dit betaelt
mitten vijf hont lants dat hyr an staet” (t.w.
Xb en Xc).
Hofboek 1512: „Dye Susteren upte Spoye V h.".
a. 23 October 1528 Xa en 16 November 1528
Xb aan Jan Philips zoon, de dekker (47) (reg. 173
Hofboek 1512: „Hughe Janzoen (58) XXXIII
roen vier voet; denselven noch eens also veel
roeden. Mees Janzoen (58) een tuyn”. Het in
drie tuintjes gesplitste perceel (zie onder B) is dus
thans in tweeën verdeeld en behoort twee broers.
b. 23 October 1528 in handen van het Klooster
(reg. 173 en 175, bel.).
c. 28 April 1537 in handen van Mr. Claes Boke-
laers (59) (reg. 187, bel.), die in 1548 den polder
dijk omstreeks 25 meter naar binnen verlegt (con
sent van 29 Nov. 1548 in de Registers van Delf
land te Delft; zie bijlage lila hierachter).
d. Tusschen 1548 en 1555 bij overerving aan
Maria Beuckelaers (60), aan wie het, samen met
IXb en IXc, tot tegen het eind der eeuw behoort.