TEGENOVER DE LEPROZEN 159 Xia Z. en N. en 175). 4 Maart 1541 neemt Jannetje Dircxdr., in absencie van haren man Jan Philipse, hypotheek op het perceel (Transp. Reg. 1, 186). Volgens acte 28 April 1537 (reg. 187) zou Mr. Pieter Bruyns (65) bij den verkoop van 2 mg. lands dezen tuin hebben verhypothekeerd; moet een fout in de acte zijn; niet dit, maar perceel XI heeft aan Pieter Bruyns toebehoord. b. 29 November 1548 in handen van Nicolaes Janszn. van Persyn (63), die de polderdijk om streeks 25 meter naar binnen verlegt (consent van dien datum in de Registers van Delfland; zie bijlage lila hierachter). a. Hofboek 1512: „Jan Bruynzoen (64) twe grote tuynen in twe partyen (in 1508 had hij alleen Xia Z.; Xia N. moet hij hebben verkregen van Trijn Alleman; zie onder B). b. 28 April 1537 zou, is de opmerking aan het slot van Xa, sub b, juist, het perceel aan Mr. Pieter Bruyns (65) hebben toebehoord. Blijkens de belending van de desbetreffende acte behoort het echter aan Joost Pouwels(66); zoo ook blijkens belending Transp. Reg. 1, 192 (acte 12 Maart 1541). Vermoedelijk is het gezamenlijk eigendom van Jan Bruyns (64), diens zoon Pieter (65) en diens broers en zusters; Joost Pouwels (66) is dan een zwager. 15 Maart 1540 althans, hypothekeeren de genoemden gezamenlijk een woning, gelegen tusschen Den Haag en Scheveningen, een huis bewesten Den Haag, gen. „de Groene Woninge” en een huis op de Vischmarct alle behoorende tot een onverdeelden boedel (Transp. Reg. 1, 121). Zie ook Personalia sub 26. c. 4 Maart 1541 in handen van de erfgenamen van Jan Bruynsz. (64) (Transp. Reg. 1, 186); tot Wellicht het perceel van Bruyn Aelbrechtsz., den vader van Jan Bruynsz., dat voorkomt in Hb. 1458/90 blz. 6. De woning tusschen Den Haag en Scheveningen kan hebben toebehoord aan Aelbrecht Willemsz., vader van Bruyn Aelbrechtsz., die een Sche- veninger was. Huis „Middelburch". Zie Personalia sub 65 en 83.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1939 | | pagina 175