TEGENOVER DE LEPROZEN
161
b. Personalia.
baar ook nog
11
I
(39) Meester Cornells Claesz. Beheert 1512 8 hond kapelrieland
aan den weg bezuiden 't bosch (tusschen Coman Willemslaan en
Denneweg Z.) en 6 hond in de buurt van Westerbeek (Hb. 1512
resp. blz. 295 en 314). Bezit 1561 een erf in ’t Achterom (Hb.
1561 blz. 430). Hb. 1561 noemt hem priester, schoolmeester. Hij
moet in 1512 zeer jong en in 1561 zeer oud zijn geweest!
(42) Jan Claes' zoon, Lenert Jans zoon en Jacob Adriaens zoon
wonen in de binnenstad vlak bij malkaar. De eerste is verver (Hb.
1512 blz. 323), de tweede wever (blz. 325), terwijl de laatste,
blijkbaar ook de meest welgestelde, den eigennaam Stalpert draagt
(blz. 325). Jan Claesz. woont tusschen Veenestraat en Nieuwstraat
(blz. 323), Lenert Jansz. en Jacob Adriaensz. beiden Vlamingstraat
Z. (blz. 325). De laatste heeft er twee erven naast elkaar en blijk-
j een erf in de Hooge Nieuwstraat (blz. 342).
(40) Adriaen Dircxs zoon. In 1542 Leproosmeester (Tr. Reg. 1,
330). Bezit 1512 het huis op den W. hoek van het Westeinde en
de Kerkstraat (later Schoolstraat) (Hb. 1512 blz. 319) en twee
aanelkaargrenzende perceelen in het Zuideinde (blz. 324). In 1561
woont zijn weduwe met haar kinderen in de Lapstraat Z. (Hb.
1561 blz. 451; vgl. blz. 386 en 392). Daarenboven bezit zij drie
„cameren" in het blok Geest, Nobelstraat, Torenstraat (blz. 445),
8 hond land aan den weg bij het bosch (tusschen Coman Willems
laan en Z. Denneweg), benevens perceel Vila (zie hieronder sub
D). Haar naam is Machteld Jacobsdr. (Tr. Reg. 4, 925). In 1567
is zij uitgeweken naar Delft (Tr. Reg. 2, 598). Er is een zoon
Dirck (Tr. Reg. 4, 925), vermoedelijk een dochter Neeltgen, getr.
met Cornells Waelincx (Tr. Reg. 4, 615) en een dochter Adri-
aentge (J. Smit, Den Haag in den Geuzentijd, blz. 61). Het lijdt
nauwelijks twijfel, of op perceel Ib, het weiland van wijlen Adriaen
Dircx, heeft in 1567 de hagepreek plaatsgehad, waarvan Smit op
blz. 61/62 van zijn boek verhaalt (zie de Inleiding hierboven op
blz. 12).
(41) Pieter Engelbrechts. Bezit een erf, groot 33 roeden (een
derde hond), Spui W. (Hb. 1458/90 blz. 17). Hij is er buurman
van Bale, de dochter van Jacob Pouwels (Personalia sub 30), en
deze heeft weer tot buurman Jan Jansz. met zijn hofstede (id.
sub 7).