TEGENOVER DE LEPROZEN
163
Jacob Heynricx?
Vlamingstraat moet gelegen hebben naast dat, hetwelk blijkens het
Hb. 1458/90 Jacob Heynricx (zijn vader?) bezeten heeft. Verder
een huis tusschen Kerkstraat (later Schoolstraat) en Nieuwstraat
(blz. 321) en 8 morgen land in den Veenpolder dicht tegen Was
senaar aan (blz. 297).
van Stapelen (de-
en 358?) en, ver-
van Cornelis (of Neel) Adriaensdr. (zie hierboven sub
een huis Schoolstraat O. (Hb. 1561 blz. 416). Vóór 1561
(50) Adriaen Jacobs zoon. Zoon van Jacob Heynricx? (Zie
hierboven sub 48). Hij bezit in 1512 twee huizen ter weerszij van
het hoekhuis Zuideinde W. en Vlamingstraat Z., dus één in 't Zuid-
einde en één in de Vlamingstraat (Hb. 1512 blz. 325). Dat in de
(49) Neel van Stapele. Schoondochter van
Zie hierboven, alsmede sub 53.
(51) Anthonis van Stapele. Zoon van Jan
zelfde als Jan van Stapels, Hb. 1512 blz. 306
moedelijk,
48). Bezit
gestorven (ibid.).
(52) Jan Willems zoon, priester. Is 1561 Vicaris van de Hof
kapel (Smit, Den Haag i/d Geuzentijd, blz. 17) en 1562 „Cap-
pellaen van Sint Anthoenis Cappelle in 't Bosch” (Tr. Reg. 1,
618). Woont 1561 en 1562 Torenstraat W. (Hb. 1561 blz. 442 en
Tr. Reg. 1, 632), naast hem de koster en naast dezen de kaars
maker! (Hb. blz. 442). Ook een huis Spui O. (Hb. 1561 blz. 388
met Cornelis (of „Neelgen”) Adriaensdochter en laat haar een
huis en erf na in het Padmos (blz. 284), terwijl zij ook een woning
bezit in de Hoogstraat (blz. 337). Verleidelijk nu is het, aan te
nemen, dat zij hertrouwd is met Anthonis Jan zoon (Hb. 1512,
blz. 342 passim), zoon van Jan van Stapelen of van Stapels (Hb.
1512 blz. 306 en 358); immers, diens vrouw heet Neelgen en
Neel van Stapele is in 1553, samen met Adriaen Jacobsz. (klaar
blijkelijk een tweeden zoon van Jacob Heynricx) houdster van het
onderwerpelijke perceel no. 5 (reg. 198). Van haar erft het dan
weer haar zoon Anthonis van Stapele (reg. 198). Is deze veron
derstelling juist, dan noemt hetzelfde Hofboek 1512 haar voor die
perceelen, die zij tijdens of tengevolge van het huwelijk met haar
eersten man verkregen heeft, weduwe van Jan Jacopzoen (blz. 284)
en voor die perceelen, die zij door haar tweede huwelijk verkregen
heeft, Anthonis Janzoens weduwe (blz. 342); onmogelijk lijkt dit
niet.