OVER HET EERSTE HAAGSCH GYMNASIUM
9
de Volken
het
en Staten der
Algemeene Geschiedenis van
Oudheid, door Dr. Riedel.
Dit stedelijk Gymnasium (wij zouden het nu een Ly
ceum noemen), zegt de nieuwe verordening van eenige
jaren later, is bestemd voor de opleiding van jongelingen,
die later de lessen op de Hooge Scholen wenschen bij te
wonen of die zich door een beschaafde opvoeding wil
len voorbereiden, om met nut in andere maatschappelijke
betrekkingen werkzaam te zijn. Daartoe is het verdeeld
in twee afdeelingen, nl.:
I. voor hen, die daarna de Hooge Scholen willen be
zoeken en II. voor hen die bestemd zijn tot andere Maat
schappelijke Betrekkingen. De cursus voor afdeeling I is
6 jaren, die voor afdeeling II is 4 jaren.
Het eerste jaar ontvangen alle leerlingen hetzelfde
onderwijs: Nederlandsch, Fransch, Latijn, Rekenkunde,
Vaderlandsche Geschiedenis, en nieuwe Aardrijkskunde.
Na dit eerste jaar moet men beslissen tot welke afdee
ling men zal behooren. Ook nog in de 2de klasse van
Afdeeling II werd Latijn onderwezen; maar dat droeg
geen vrucht, en werd afgeschaft in 1853: toen was
1ste jaar ook niet meer voor beide afdeelingen gemeen
schappelijk: het Latijn werd in de 1ste klasse van de 2de
afdeeling vervangen door het Duitsch: en voor het eerst
werd in dat jaar in de Hooger-onderwijs-afdeeling (I)
het onderwijs in de Natuurkunde ingevoerd.
De Hooger-onderwijsafdeeling van het Gymnasium
begon dus met een 6-jarigen cursus (de oude Latijnsche
School had een 5-jarige). Deze cursus van 6 jaar duurde
tot 1862, toen men een cursus van 5 jaren instelde, die
reeds in 1864 werd ingekrompen tot een 4-jarigen cursus,
om weer in 1873 veranderd te worden in 5, tot eindelijk
in 1878, als gevolg van de Hooger-onderwijswet van
1876, de 6~jarige cursus werd hersteld, en dat bleef zoo