TEGENOVER DE LEPROZEN
175
Jacob Lenaerts
VUIb
IXa en IXfe
IXc
aan Jacob Fran-
het geheel (Tr.
nog onmondig) aan
(Tr. Reg. 5, 505).
een boomgaard
van
Jacob Adriaenss
1616 Jacob Adriaenss.
gebroeders Meynert en
(ibid.).
Hogerscheyt (ibid.).
van Hoger-
i Otto van
en Dignutn
1561: „Joncfrou Maria Beuckelaers
twee tuynen”.
b. 31 Dec. 1598 Grietgen Cornelisdr.
Cornelisdr., erf gen. van Maria Beuckelaers (60),
aan Pieter Gijsbrechtss. (94), „den crepelen buyr-
man" (Tr. Reg. 5, 1145).
a. Hofboek
a. Hofboek 1561: „Jacob Claes Doesen tScheve-
ninge (88), VI hont, gecomen van Phillip van
Noorden tot Leyden (57).”
b. Op een tijdstip, vallend vóór 1596, in handen
van Maritgen Cornelisdr. Muyser (92), wede van
Syer Janss. de Jonge en moeder van Neeltgen
Claesdr. (92) (Tr. Reg. 7, 1230).
c. 1 December 1596 door boedelscheiding aan
Neeltgen Claesdr., echtgenoote van Jacob Adriaenss.
van Hogerscheyt (92) (ibid.).
d. 13 October 1598 bij acte van Weesmeesters,
door uitkoop van zijn vier onmondige kinderen,
aan Jacob Adriaenss van
c. 15 April
scheyt aan
Buyren (93)
a. Hofboek 1561: „Joncfrou Maria Beuckelaers bij
erffenisse, V h.”.
b. als onder IXa en IXb, sub b.
c. 22 Febr. 1603 Pieter Gijsbrechtss. aan Jacob
Joriss., vettewarier (97) (Tr. Reg. 6, 217).
d. 20 Sept. 1608 aan Sebastiaen van der Putten,
Procureur voor den Hove van Holland (Tr. Reg.
6, 905).
e. In Januari 1613 verkavelt deze den tuin en legt
er een gemeenschappelijken gang vóór langs, die
de kade met de Coman Willemslaan verbindt.
1°. 28 Jan. 1613 het W. perceel
choys van Boeckhoven; 1/b van
Reg. 7, 649).
2°. 13 Febr. 1613 het volgende perceel aan Ael-