TEGENOVER DE LEPROZEN
178
XII
Xc
XIc
Xc en XIc
Hofboek 1561: „De Susteren opte Spoey twee
morgen drye hont
18 April 1595 Gecommitteerden van de Staten van
Holland aan Lenert Wouterss. (85) (die ook Vllb
a. Hofboek 1561: „Jan de Lebucq (68), een tuyn
groot h.”
b. 28 Maart 1572 wordt het „tuintje van Jan An-
thoniss. Le Bucq" nog als belending genoemd (Tr.
Reg. 3, 143), maar Le Bucq moet toen al gestorven
zijn. Vrijwel tegelijk met het groote complex van
Persyn wordt, eveneens door Cornelis Wyelandt,
verkocht „zeeckeren thuyn ofte boomgaert, eertijts
gecoemen zijnde van Jan Lebucq." 25 April 1572
toegewezen aan Cornelis van der Wolff, secretaris
van den Hove van Holland (111) (R.A., Klooster
archief, Inv. no. 1, achterin bijgebonden).
c. 11 Mei 1604 in handen van Jacob Bartholo-
meuss., timmerman (112) (Tr. Reg. 6, 371, bel.).
d. 14 Mei 1612 in handen van Thonis Leenertss.,
timmerman (113). Er staan dan 4 huizen op, waar
van hij de 2 westelijke aan Heyndrick Jacobss.,
eertijds tot Voorburch, verkoopt (Tr. Reg. 7, 529).
4 Dec. 1615 verkoopt hij het nog onbebouwde deel
aan de Haagsche Vaart (nog verder W.) aan den
Ambassadeur van Dijck (110), die er een oprijlaan
naar zijn nieuwe huis van maakt (Tr. Reg. 8, 118).
Hofboek 1561: „Die Susteren opte Spoey, vijff
hont
e. 26 Juni 1607 aan Jhr. Arent Goudt (109) (trans-
portacte eerst op 25 Aug. 1616, Tr. Reg. 7, 1296).
18 Januari 1612 treedt Mr. Jacob van Dijck,
Ambassadeur van den Koning van Zweden (110)
in de rechten van Goudt (R. A., Hof v. Holl. 643,
S 189. Ook div. stukken in Arch. Ned. Herv.
Diaconie).
Aanteekening. Nicolaes van Dijck, vader van Mr.
Jacob, bezit Xa en Xfe en laat er zijn zoon de be
schikking over. Zoodoende heeft de Ambassadeur
het geheele bezit van Claes Janss. Persyn hersteld.