TEGENOVER DE LEPROZEN
182
O. van
ven en
(Tr. Reg. 2, 744. Zie ook hieronder sub 101). Zelf woont hij
1561 in het Achterom, dicht bij het westelijk uiteinde (blz. 429).
Hoewel Eerste Deurwaarder van den Hove van Holland, is hij
1579 tevens waard aan de Markt (vlakbij de huidige Gravenstraat)
„in Middelburgh” (Smit, Den Haag enz., blz. 304). Zie hieromtrent
ook Personalia sub 65.
Loeys Jansz. Wyelant (Hb.
1561 blz. 429 en Tr. Reg. 2, 744), die 1561 het huis in de Poten,
de Zusterpoort, bezit (blz. 390), vóór of in 1569 is gestor-
getrouwd is met Digna Voss, van wie hij de tweede man is
(81) Philips Henricxs., rietdekker. In 1589 repareert hij het dak
van de groote school in de Schoolstraat (Smit, Den Haag enz.,
blz. 327/28).
(83) Cornells Wyelandt. Zoon van
(84) Cornells Pieter Toeniss., metselaar. Het woord metselaar
te verstaan als „bouwondernemer”. Jacob Adriaenss. (zie hieronder
sub 90) en hij wonen 1561 beiden Noordeinde, Adriaenss. W. (Hb.
1561 blz. 461), Toeniss. O. (Hb. 462).
(85) Lenert Wouterss., tvielmaker. Draagt den eigennaam „van
Calcker" (Tr. Reg. 6, 881). Behoort, met Wijnand Schol (hierboven
sub 77) en de beide hieronder volgenden (sub 86 en 87) tot de
belangrijkste speculanten in de genaaste Kloosterterreinen. Koopt,
behalve Vllh, ook Xc en XIc (zie aldaar). Hij buit, geïnspireerd
door zijn beroep, daar hij in het bijzonder affuiten vervaardigt, zijn
acquisities op origineele wijze uit. De Staten gebruikten de Kloos
terkerk als Ammunitiehuis, d.w.z. als pakhuis voor oorlogstuig.
Graag echter wilden ze deze ontruimen. Lenert Wouterss. van
Calcker nam nu op zich, op een deel der terreinen, op eigen kos
ten, een nieuw Ammunitiehuis op te trekken. Dit geschiedde in 1598.
Het werd een laag en onaanzienlijk, maar een groot oppervlak be
slaand gebouw, dat zich uitstrekte van de vaarsloot der Zusters af,
nu door de Staten verbreed en verdiept en Statengracht, later
Uyterste gracht en tenslotte Ammunitiehaven geheeten, tot de Sche-
teldoekshaven toe, die in dienzelfden tijd door de Magistraat is
gegraven. De Staten huurden het aanvankelijk, doch kochten het in
(82) Arent Pieterss. Breeckhout en zijn zoon Cornells Ariënss.
Beiden leidekkers (voor Arent, zie Tr. Reg. 5, 505, bel.). Arent
woont Molenstraat N. (Hb. 1561 blz. 458). Koopt 1579 voor 6
pond een partij „Rhijnsche leyen”, die aan de Groote Kerk hebben
toebehoord (Smit, Den Haag enz., blz. 305).