TEGENOVER DE LEPROZEN
183
1602 (De Riemer in voce „Ammunitie-Magazijn”, biz. 715); trans-
portacte van 27 Juni 1608 (Tr. Reg. 6, 881). Er werden later nog
twee of drie gelijksoortige gebouwen van dezelfde afmetingen naast
gezet (De Riemer, ibid.). Nog andere perceelen koopt en ver
koopt bij in het achter de Poten liggend gebied, deels samen met
Dirck Schout (hieronder sub 86) (Tr. Reg. 5, 658 en 1130). Ook
in het Zuideinde, waar hij klaarblijkelijk woont. Koopt er al in
1587 (Tr. Reg. 4, 674). Verkoopt hier 1594 het huis ,,de Donder
doof’; dit keert begin 1599 wegens wanbetaling tot hem terug;
verkoopt er eind 1599 het voorste deel weer van (Tr. Reg. 5: 572,
1099 en 1149). Heeft een zoon Cornelis Leenaertss. van Calcker,
insgelijks „affuytmaecker" (Tr. Reg. 7, 1016).
(86) Mr. Dirck Schout. Neemt, zooals uit de weergegeven over-
gangen blijkt, een stuk van de Kloosterterreinen over van Lenert
Wouterss. van Calcker (hierboven sub 85). Koopt 1596 van den
Secretaris van den Rade van State ook nog een brok links van de
Coman Willemslaan, liggend tusschen een stuk van Wijnand Schol
(hierboven sub 77) en een van Dirck Muyser (hieronder sub 87)
(Tr. Reg. 5, 830), benevens, samen met Muyser, 3 morgen, die
18 April 1595 door de Staten zijn overgedragen (Tr. Reg. 5, 825).
Verkoopt weer, samen met Muyser (ibid., 952). Ook hij komt een
groot aantal malen in de Transportregisters voor, in het bijzonder
door koop en verkoop in de Poten en daarachter. Doet, behalve
met Muyser en van Calcker, zaken met Jacob Meeuss. (hieronder
sub 112). Elders verkoopt hij o.m. het huis en erf ,,de twee harde
bollen" aan de Zuidzijde van het Hof (Tr. Reg. 6, 2), een huis en
erf op de Spuibrug (ibid., 81) en een huis en erf op 't Cingel van
den Hove aan Johannes Uyttenbogaert, „Dienaer des Godtlijcken
Woorts" (Tr. Reg. 5, 914). In 1607 een huis en erf in 't West-
einde naast dat van zijn zoon Claes Dircxss. Schouten. Hij zelf
woont dan in Rijswijk (Tr. Reg. 6, 668). Behalve Claes treft men
aan een Michiel Dircxss. Schout en een Heynrick Schout.
(87) Dirck Corneliss. Muyser. Zoon van Cornelis Janss. Muyser.
Deze bezat 1561, aan de Noordzijde van 't Voorhout, „thuys mitte
glintinge” (hek om de stoep), dat aanzienlijk moet geweest zijn, gezien
het hooge erfhuurbedrag (Hb. 1561 blz. 464); vermoedelijk wegens de
noodzaak van het stallen van wagens en paarden (zie verderop). In
1570 woonde Cornelis Muyser (als stalmeester?) op de Binkhorst (Tr.
Reg. 1, 845); klaarblijkelijk ook al in 1561 (ibid., 565, waar het
heet: „wonende tot Voorburch”). Vandaar het interesse van den
zoon voor de noordelijk daarvan gelegen terreinen. Dirck Muyser