TEGENOVER DE LEPROZEN
186
'y
ckelaers' tweede man, Mr. Augustijn van Teylingen (Personalia
sub 61), houdt het Lammeken in 't Groen nog een aantal jaren
na Maria’s dood, klaarblijkelijk tot zijn eigen overlijden. Hij heeft
het dan aan Pieter Gijshrechtss. verhuurd. Als het den laatsten
dag van December 1598 verkocht wordt, samen met de in de
buurt gelegen terreinen, koopt deze het geheele complex op spe
culatie; klaarblijkelijk echter wegens geldgebrek, deels als gemach
tigde van één of twee anderen. Hij blijft na de definitieve ver
kaveling in het huis, dat hem toegewezen wordt, wonen en
houdt ook het tegenoverliggende perceel tot aan de Coman Wil-
lemslaan toe. Wat aan de O.-zijde van de Coman Willemslaan
ligt wordt verkocht (Tr. Reg. 6, 192 en 193). Het perceel, dat
hier de rechtstreeksche voortzetting vormt van het Lammeken in
't Groen, komt 1619 in het bezit van Jan van Holten (95), nadat
er een huis op is gezet en er een tuin en boomgaard van is ge
maakt (Tr. Reg. 7, 1637) en in 1621 in dat van Margaretha van
Mechelen (96) (Tr. Reg. 8, Deer. 23).
(95) Jan van Holt, van Holten of van Houten. Bottelier van
Frederik Hendrik (Tr. Reg. 7, 1150). Hij bezit „de Moriaen”,
het groote hoekhuis op het snijpunt van Plaats en Kneuterdijk, dat
hij 1596 koopt van Gijsbrecht van Suylen, Secretaris in den Rade
van State (Tr. Reg. 5, 811). Hier logeert hij wel gezanten, oversten
bij het leger enz. op kosten van de Staten-Generaal en wordt daar
om „waard in de Moriaen” genoemd (R.A., St. Gen. 3278, Ordon.,
fol. XLV), evenals de deurwaarder Cornelis Wyelandt „waard in
Middelburch” heet (hierboven sub 83). Hij heeft schulden en zijn
zoon en dochter, Wouter en Jenneken van Holten, accepteeren zijn
erfenis slechts onder beneficie van inventaris (Tr. Reg. 8, Deer. 23).
Op 16 Nov. 1621 verkoopen deze huis en tuin aan de Coman
Willemslaan aan Margaretha van Mechelen (ibid.). De Moriaen
wordt 24 Sept. 1625 gerechtelijk verkocht aan Adriaen van der
Burcht, zoon van Jacob Adriaenss. van der Burcht (hierboven sub
90), die 9 Oct. 1625 aan Messire Jean Antoine de Saint-Simon
verderverkoopt (Tr. Reg. 8, 1019 en 1938). Zie over de ontvangst
in „de Moriaen" van den Perzischen gezant Moesa Beg mijn opstel
(pseudon. Fr. Gericke) in Elseviers Maandschr. van Juli 1937.
(96) Margaretha van Mechelen. Geliefde van Prins Maurits,
moeder van diens zoons Willem van Nassau, Heer van de Leek,
en Lodewijk van Nassau, Heer van Beverweert. Zij was een stille,
teruggetrokken vrouw en het verwondert niet, dat zij in deze, nu
aristocratisch geworden buurt een bescheiden buitenhuis kocht, dat
echter tamelijk afzijdig was gelegen, daar waar de Z.O. Buitensingel