TEGENOVER DE LEPROZEN 193 13 (112) Jacob Bartholomeuss., timmerman. Behoort mede tot de speculanten in Kloosterterreinen. Neemt 30 Jan. 1596 3 mg. 63 r. over van Mr. Dirck Schout (hierboven sub 86), die zich bevinden in de Zusterpolder en dus afkomstig zijn van het St. Elisabeths klooster (Tr. Reg. 6, 1053), en geeft, in ruil tegen een huis in de Molenstr., weer door aan Maerten Heyndrickss. Jonge (hieronder sub 115) (Tr. Reg. 5, 766). Koopt van Dirck Schout nog een erf in de Poten (ibid., 739) en van Wijnand Schol (hierboven sub 77) een tuin in 't Noordeinde (ibid., 767). Laat in 1611 een weduwe, Barbara Claesdr., en 5 onmondige kinderen na (Tr. Reg. 7, 247). (113) Anthonis Lenertsz., timmerman. Blijkens Tr. Reg. 8, 118, is zijn eigennaam van Haesbrouck en is hij lands-timmerman (t.w. aannemer-architect van de Staten van Holland). Spaansche overheid in 't openbaar te huur werd aangeboden in het groote huis van Egmont op den hoek van den Vijverberg en den Kneuterdijk (Smit, Den Haag i/d Geuzentijd, blz. 355). Koopt Mei 1571 „huysingen en erven" in de Papestraat, naast het Sacra- mentsgasthuis (Tr. Reg. 3, 52), waar hij nu zijn intrek neemt. Bezit ook een huis in de Spuistraat (Tr. Reg. 3, 208, bel.) en het erf, waar vroeger „de Roode Leeuw" heeft gestaan, in het Achterom (ibid., 293). Heeft een zoon Jan, klerk van den kantore van den Ontvanger van ’t land van Voorne, en een dochter Elysabeth, getr. met Jhr. Willem van Dorp, Baljuw en Dijkgraaf van Delfland (Tr. Reg. 3: 293 en 380). Voor Groenmarkt, Achter 't Gasthuis, Noordzijde Kerkhof, Nobelstraat en Juffrouw Idastraat (dus de buurt, waar hij woont) op 4 April 1571 benoemd als vertrouwens man, om de burgerij op te wekken „hemluyden in wapenen gereet te vinden als 't noot wezen sal”, uit angst voor overvallen, speciaal van de watergeuzen (Smit, loc. cit., blz. 136). Maakt, met zijn col lega Gijsbrecht van Dam, 1571 deel uit van de „buerwaeck” (zie hierover Personalia sub 61 en 76). Wordt eind 1572 of begin 1573 Procureur-Generaal bij het Hof van Holland (ibid., blz. 193 en 196). Als 12 April 1573 Mr. Adriaan van Swieten wordt aangesteld als tresorier en rentmeester-generaal „over den goeden van den (Spaanschgezinde) fugitiven ende geweeckenen mitsgaeders over den geannoteerden ende aengeholden goeden veeler verloopen con venten, cloosteren, kercken ende collegiën", wordt van der Wolff aangewezen, om hem bij te staan voor Den Haag, Haagambacht, Voorburg, Rijswijk en de Westlandsche dorpen (blz. 203). Krijgt zomer 1573 opdracht, het archief van het Hof naar Delft over te brengen (blz. 193). Sterft 1574 (blz. 243 en 266).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1939 | | pagina 209