TEGENOVER DE LEPROZEN
196
IV
V en VI
ders Joris Leendertss. Oostenbroeck, mede scheep
maker, als man van Marie Maertensdr. Lusthoff,
erfgenamen van den voorgaande, die ook scheep
maker was, aan Simon Kievit, timmerman en kapi
tein van een compagnie schutters, een kleine
scheepmakerij (Tr. Reg. 13, 1027). De noordelijke
helft blijkt nu in handen te zijn van den commies
van der Haer.
Aanteekening. Op hetzelfde moment, waarop, in
1617, de Magistraat het Lammeken in 't Groen
verwierf, teneinde er, aan den N.-kant, den
Z.O.-Buitensingel doorheen te graven, moet zij ook
de geheele, zuidelijk daarop aansluitende strook
t/m perceel IV hebben verworven. Immers, tegelijk
met het overblijvende deel van het Lammeken in
't Groen geeft zij de daaropvolgende perceelen uit.
De kade blijkt inmiddels verlegd te zijn. In de
acte van 25 Sept. 1652 (Tr. Reg. 11, 239) toch
heet het, bij de belendingen van perceel IV: „O. en
Z. de kade daar men mede naar de Binkhorst
gaat." Dit stemt overeen met de, zooals bekend
zeer betrouwbare, kaart van Cruquius van 1712,
wanneer men deze met die van Jacob Coenraets
van 1566 vergelijkt.
a. 18 Nov. 1619 de Magistraat aan Jan Ysbrants,
straatmaker (Tr. Reg. 7, Mag. 90).
b. 28 Sept. 1624 de W.-helft (dus aan den Vaart-
kant), zijnde een tuin met sloot of vijver, aan
Heyndrick Aertss. Doedijns (108) (Tr. Reg.8,882).
c. 25 Sept. 1652 Jan Ysbrants Houcka, straatmaker,
de O.-helft aan Thobias van den Bosch; met tuin
huisje (Tr. Reg. 11, 239).
d. 20 Juni 1662 executeurs v/h testament van
Tobias van den Bosch, Cipier van de Voorpoort
v/h Hof van Holland, aan Martin Vlam, Rent
meester van de exploiten v/h H. v. Holl. (Tr. Reg.
12, 313).
8 November 1619 de Magistraat aan Dirck Maes,
Deurwaarder bij het Hof van Holland (Tr. Reg. 7,
Mag. 89), die vermoedelijk gekocht heeft voor