TEGENOVER DE LEPROZEN
198
Vila
Otto
Villa
IXa
v. B.
Monsr.
van Buy-
Zuidelijk deel:
d. 10 Oct. 1635 aan Francois Coedijck en Francois
de Weert (Tr. Reg. 9, 1087).
e. 26 Febr. 1657 Juffr. Marya Caron, wede van
Meynert van
a. 4 Maart 1619 de Magistraat aan Mr. Jacob van
Dijck(llO) het overblijfsel van het Lammeken in
't Groen (Tr. Reg. 7, Mag. 82). Het perceel lag,
aan den anderen kant van den singel, vlak achter
het groote huis van den kooper. De Magistraat
beloofde dan ook, hier over het singelwater een
„bequame brugge" te zullen leggen.
b. 21 Dec. 1623 aan Matthijs Treurniet, werkmees
ter (Tr. Reg. 8, 696).
c. 7 Juli 1627 Rochus Nieuland, proc. hebbende van
Matth. Treurniet, aan de Staten van Holland (Tr.
Reg. 8, 1370).
a. 12 Maart 1619 de Magistraat aan
Buyren (93) (Tr. Reg. 8, Mag. 88).
b. 22 Sept. 1629 Jannetje Willemsdr., wede van
Cornelis Comeliss., marktschuitvoerder op der
Goude, het W. deel aan Maritge Cornelisdr., wede
van Jan Heyndricss., in leven smid. Wordt door de
koopster gebruikt (Tr. Reg. 8, 1626).
c. 1639 in handen van de wede van Meynert
(Tr. Reg. 9, 1796, bel.), 1654 in die van
v. B. (Tr. Reg. 11, 365 en 437, bel.) en in 1671 in
die van den Advocaat v. B. (Tr. Reg. 13, 160,
bel.).
a. 14 Jan. 1621 de Magistraat aan
ren (93) (Tr. Reg. 8, Mag. 1).
b. 22 Febr. 1627 Sr. Johan van Aldewerelt, koop
man tot Amsterdam, proc. hebbende van Jwe Clara
Adriaensdr., wede van Otto v. B., aan Wouter
Hulshout (Tr. Reg. 8, 1256), grossier in wijnen,
wonende op de Plaats (Tr. Reg. 10, 2270).
c. 1657 in handen van de wede en erfgen. van
Pieter Wouter Hulshout (Tr. Reg. 11, 832, bel.)
en in 1665 van den Klerk Willem Hulshout (Tr.
Reg. 12, 899).