TEGENOVER DE LEPROZEN
199
Francois Coedijcks, aan Guillaume Larson, sculpteur
(Tr. Reg. 11, 832).
27 Febr. 1664 Augusteyn du Pont, proc. heb
bende van Johanna Lerson, wede van Willem Ler-
son, mitsgaders Ritchert en Willem Lerson, haar
zoons, wonende te Londen, aan Johan Lerson, haar
zoon (Tr. Reg. 12, 606).
g. 19 Aug. 1665 de executeurs testamentaires van
Johan Larson, beeldhouwer, aan Abraham van
Tongeren, eersten Deurwaarder van den Hoogen
Rade (Tr. Reg. 12, 899).
Noordelijk deel:
h. Het in 1635 door de Staten van Holland ver
kochte noordelijke, aan den singel gelegen deel
wordt in 1647 zelf weer in 4 perceeltjes gesplitst
(Tr. Reg. 10, 2247 en 2248). Onnoodig hiervan
alle overgangen stuk voor stuk te volgen.