TEGENOVER DE LEPROZEN 207 tnegentich. 1594 Ten bevele van Schoudt, Burgem. ende Regierders vanden Hage Mr. Benninck Ter ordonnantie van die van de Reeckeninge voorn. C. van der Does appoinctmenten, K° verso Rta int IlIIe bouck van t folio III C" LXXX magistraet vanden Haege sullen sien te becomen bij transport ofte anders renten opt voorsz. comptoor spreeckende, ende de brieven daer ter camere overleveren omme aldaer gecasseert ofte d’optey- ckeninge vande affquijtinge daer op gedaen te worden tot ont- lastinge vande voorn. Graefflicheyt. Ende sal nijette min tvoorsz. erff vercoft worden met de laste vande voorschreven vijftich stuvers jaerlicxe recognitie ten prouffijte vande Graefflicheyt te betaelen, sulcx tot noch toe gedaen is. Is voorts geconditioneert, dat aen tnoorderste gedeelte vande voorsz. erff ten westen een pat sal blijven gereserveert van ses voeten breet, omme thout ende andere materiaelen vande Graefflicheyt bequamelicken over tsluijsken vuyt de vaert tot inde grachten vande cingulen vant hoff getrocken te moegen worden. Alle welcke voorschreven wercken de voornomde vande Reeckeninge ende Magistraet vanden Haege respective be looft hebben ende beloven bij desen eerstdaechts bij der hant te nemen, ende van desen jegenwoordigen saisoene te doen effec tueren ende verder te onderhouden ten eeuwigen dage volgende, ende in conformite vande conditiën hier vooren gementioneert. Ten oorconden sijn hier van gemaect twee acten alleens luydende, bijde voorschreven Collegien gesegelt ende bij heuren auditeur ende secre taris respective doen teyckenen opden Vllen Martii XVC vier ende

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1939 | | pagina 223