T
GRENSWATERINGEN IN HET NOORDVEEN
210
Inleiding.
i
I
J) Die Haghe als ambacht, parochie en waterschap tot het einde
der 16de eeuw. Jaarb. Die Haghe, 1924, bl. 179 e.v.
2) l.c. bl. 180.
In 1924 i) heeft Pabon de meening uitgesproken en
omstandig trachten te staven, dat Haagambacht in den
omvang, waarin we het in lateren tijd, bijv, in de 16de
eeuw, kennen, uit oorspronkelijk verschillende gebieden
samengevoegd was. Na eenige opmerkingen omtrent die
afzonderlijke gebieden, vervolgt hij dan: „Zoodat we
kunnen concludeeren, dat op een bepaalden tijd die ge
bieden als Haghe-ambacht, Scheveningen etc. bij elkaar
gevoegd zullen zijn tot die Haghe en door den graaf ge-
eximeerd tot zijn persoonlijk gebruik, of liever gezegd,
dat deze gebieden Scheveningen, Haetscamp, Segbroek
en de Miente gevoegd zijn bij het gebied, dat rondom
het grafelijk slot gelegen heeft, of rondom het oude jacht
huis, dat hier gestaan moet hebben, en welk laatste ge
bied oorspronkelijk het Haghe-ambacht of die Haghe is
genoemd, terwijl, na de bijvoeging der andere gebieden,
de naam die Haghe of Haghe-ambacht is overgegaan op
het gansche gebied. Of nog anders uitgedrukt: in die
Haghe, die mede omvat de gebieden van Scheveningen,
Myente, Haetscamp en Segbroek, ligt een oude kern, de
oorspronkelijke Haghe, het gebied, dat oorspronkelijk
door den graaf geëximeerd is geweest en dat we later,
bij de bespreking van het waterschap, zullen aantreffen
onder den naam van het waterschap van Haagambacht,
in de grenzen van welk waterschap men de grenzen van
de oorspronkelijke Haghe zal terugvinden.” 2)