EN IN HET BENOORDENHOUT
211
x)
2)
3)
4)
5)
Jaarb. Die Haghe, 1924, bl. 181.
l.c. bl. 192, 196.
l.c. bl. 181.
nl. Segbroek, West-Escamp en Oost-Escamp.
„Nieuwigheden over die Haghe.” Tijdschr. K.N.A.G., dl. 42,1925.
Zijn uitspraak berustte op twee overwegingen, waar
van de eerste en voornaamste is, dat die Haghe als water
schap een vierdeeling vertoonde en vier ambachtsbewaar
ders bezat, één voor elk dier deelen. 4) De tweede was
de aanwezigheid van zekere parochiegrenzen tusschen
sommige dier districten, bijv, tusschen die Haghe en het
district Scheveningen. 2) Dit laatste als zijnde geen pol
der zou dus niet als waterschap, maar als parochie het
vijfde bestanddeel in het groote, samengestelde Haag-
ambacht geweest zijn, of zooals Pabon het uitdrukt: 3)
„Welnu, dan volgt hieruit met onomstootelijke zekerheid,
dat die Haghe bestaat uit een oorspronkelijk gedeelte, dat
als waterschap wordt aangeduid met den naam Haag-
ambacht, dat dus de eigenlijke oude Haghe is en verder
drie andere gedeelten4), die uit drie afzonderlijke am
bachten zijn genomen en waar dan Scheveningen ook nog
bijgevoegd is.”
Beekman heeft de stelling van het ontstaan uit water
schappen met nadruk bestreden. 5) De vraag naar den
omvang van de alleroudste Haghe is daarmee allerminst
van de baan. De stelling van het bestaan van een vroe
gere scheiding tusschen de oudste kern van Haagam-
bacht eenerzijds en Scheveningen anderzijds vond im
mers in de waterschapstheorie van Pabon geen plaats;
een waterschap zooals de andere vier onderdeelen is
Scheveningen ook volgens hem nooit geweest.
Vervalt de gelijkstelling dier vier deelen met even zoo
vele „waterschappen”, dan is, wat aan feiten overblijft in
de uiteenzettingen van Pabon: 1°. een scheiding van