EN IN HET BENOORDENHOUT
213
afbeeldingen
het Benoor-
te mogen maken, dat hier werkelijk sprake is van een
oude, territoriale grens.
Echter afgezien van de vraag, welke beteekenis de
gevonden scheilijn voor de oudste Haagsche geschiede
nis heeft, was het van groot belang die grens zoo zuiver
mogelijk vast te stellen en aan te wijzen. Want het bleek,
dat die limiet benoorden Den Haag bepaald werd door
wateringen, die behalve in de hofboeken ook in andere
bronnen, bijv, de transport- en hypotheekregisters, een
bijzondere rol spelen. Terreinen en landerijen in de
streek, waarin de grens lag, nl. het Noordveen en het
Benoordenhout, worden veelal aangegeven als te lig
gen ten noorden of ten zuiden van zekere wateringen.
Deze worden met toekenning van bijzondere hoedanig
heden onderscheiden, bijv, als Oude Wetering, Nieuwe
Wetering, Veenwatering of algemeener als banwate
ring, gemeene ambachtswatering, schouwwatering, maar
vaak ook eenvoudigweg aangeduid als ,,de watering”.
Bij het vermelden van belendingen is het al evenzoo; een
wetering, onder welken naam dan ook, komt er meestal
bij te pas in de genoemde wijken. Nu mag het op het
eerste gezicht een daad van willekeur lijken te willen be
weren, dat men zoo goed als in ieder van die gevallen
met juistheid kan aangeven, welke sloot of wetering be
doeld is. Want het is uit oude kaarten en
voldoende bekend, dat het Noordveen en
denhout rijk aan slooten waren. Maar hoe eigenaardig
het ook aanvankelijk klinken mag, de ervaring heeft mij
geleerd, dat het alleen mogelijk is aan dien warwinkel
van belendingen en begrenzingen zin en beteekenis te
geven en de landerijen zoo goed mogelijk haar juiste
plaats op de kaart aan te wijzen, wanneer men van het
standpunt uitgaat, dat de bedoelde wateringen, ook al
zijn zij zoo vaag aangeduid als de banwatering of nog