EN IN HET BENOORDENHOUT 217 de B enoordenhout ons overgeleverd zijn, omstreeks 1600 nimmer tegen komt, ondanks het feit, dat deze wetering in vele acten uit de tweede helft van de 16de eeuw en het eerste kwart van de 17de eeuw als belending optreedt. Het zal verderop bovendien blijken, dat de hofboeken onder scheid maken tusschen de beek, zijnde de waterloop langs de Beeklaan (en het huis Westerbeek) en hoofdwatering van het Kleine Veentje. Een zeer grove fout vindt men voor dezelfde buurt op de „Nieuwe kaart van Delfland” in den handatlas van Izaak Tirion van 1744. Daarop staan de namen het Mientje en de ,,Watering”in het Kleine Veentje op hun plaats. De waterloop langs het huis Westerbeek, dat met name genoemd wordt, tot aan de Hoefkade heet de Beek, het verlengde ervan voorbij deze kade de Lange Laak. Het water langs de (onbenoemde) Beeklaan draagt den naam van Oostbeek, wat natuurlijk vol komen onjuist is. Hier is, naar men gissen mag, verwar ring in het spel met de benaming Oostblok, een der tiendblokken, waarin het gebied bij Eikenduinen en ten N.W. van Den Haag verdeeld was. De namen West en Middelblok komen op de kaart voor, maar de op andere kaarten daarmee gepaard gaande naam van Oostblok, hetwelk ten N.O. van de Beeklaan lag, ont breekt in dit geval. De wateringen in Noordveen en in de hofboeken. Bij de wijken, die het Noordveen en het Benoorden hout omvatten, is als noordgrens sprake van een wate ring. De omschrijving dier wijken is in alle hofboeken niet van woord tot woord eensluidend, ook al gaat het zooals blijkt uit de opgesomde perceelen om juist dezelfde

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1939 | | pagina 233