b. GRENSWATERINGEN IN HET NOORDVEEN 218 a. c. het vervolg, en hoenders Be- van Den Hage, geeft 2 pullen (hoenders), waar zij jaarlijks 1) De bladzijden verwijzen, ook voor het vervolg, naar Pabons uitgave der hofboeken, de folia naar de boeken zelf volgens opgave bij Pabon. 2) d.w.z. men begint de opsomming met de meest oostelijke per- ceelen, dus bij Oosterbeek. afdeelingen. In dat van 1458 wordt bijv, de watering in het Benoordenhout niet genoemd. Het hofboek van 1466 neemt de straks te noemen afdeeling c samen met een andere, die in de drie andere boeken gescheiden ge houden wordt. Om zooveel mogelijk den oudsten toe stand weer te geven met tevens de volledigste wijkom- schrijvingen heb ik daarom uit twee, trouwens toch bijna gelijktijdige hofboeken moeten putten. A° 1466, bl. 197, f. 2 1). Erfhuur noordenhout in het ambacht elke mg 1 s. voor betalen tesamen 2s., strekkende noordwaarts op tot de watering toe, oostwaarts zoo ver als het Bosch strekt en westwaarts tot den Denneweg toe en eerst beginnende aan het oosteinde 2). A° 1458, bl. 42, f. 27. Tusschen den Noordmolen- schen weg en den Denneweg geeft de morgen 3s. 3 hoenders en eerst aan den Denneweg strekkende tot de watering toe en geheeten het Noordveen, enz. A° 1458, bl. 54, f. 33. Het Noordveen geeft de mor gen 3s. 3 hoenders, te weten tusschen den Noord- molenschen weg tot de beek toe, die tot Westerbeek - loopt, aan de noordzij van de geesten, strekkende tot de wateringe toe en eerst beginnende aan den Noord- molenschen weg. Verder is er nog sprake: d. van een laan, die zich uitstrekt tot de watering toe en die uitmondt in een steeg aan de noordzij van de Molenstraat;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1939 | | pagina 234